Pagina:Vergif.djvu/201

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
203

klein hokje en te midden van tabaksrook was hij, waar het op spot of gekheid aankwam, toch de ergste.

Broch lachte zich slap en die bijval moedigde Abraham aan, zoodat hij erger en erger werd en nergens meer op lette, als stelde hij zich schadeloos voor zijn dwang door recht woest en mal te zijn, wanneer hij eens vrij kwam.

Hij beproefde het ook met karikaturen; en langen tijd circuleerde er een teekening in de vierde latijnsche klasse, die de hel voorstelde, waarin de adjuncten Aalbom en Borring van weerszijden het vuur onder elkaar aanstookten, terwijl staatsraad Madvig en Erik Pontoppidan een wilden pas de deux in de vlammen maakten.

Op school ging het nu heel goed met hem; Abraham was voldoende vlijtig en hij had zich bovendien een wijze van zijn eigen gemaakt die de leeraren beviel; Aalbom zelfs vergat dat "duivel" voor zijn vleiende vriendelijkheid; en het was alleen de rector die een kleine ontstemming tegenover hem behield.

Professor Lövdahl sloot zich in dien tijd nauwer aan zijn zoon; hij ging 's Zondags wandelingen met hem maken en sprak met Abraham, alsof deze al een volwassen mensch was.

Dat was niet alleen omdat de professor uit alle macht zijn zoon tot zich wilde trekken; maar