Pagina:Vergif.djvu/244

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

XIII.


De winter ging stil voorbij voor Abraham; in den beginne treurde en huiverde hij zwaarmoedig en zat hij in het hoekje van den haard in de leege kamer te schreien.

Maar zijn vader nam op allerlei wijze notitie van hem, praatte en wandelde met hem en liet hem Broch en andere vrienden bij zich vragen, zoo dikwijls hij daar lust in had.

ledereen trok zich overigens zijner aan; de heele stad stroomde over van medelijden met den armen moederloozen jongen; ofschoon de meesten in hun binnenste en in vertrouwelijke oogenblkken van meening waren, dat het misschien beter was om een moeder als mevrouw Wenche maar te missen.

Haar plotselinge dood was een treffend voorbeeld voor de gemeente; en velen die in lang niet in