Pagina:Vergif.djvu/45

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
47

nemendiedie?—wat beteekent die?" riep Abraham.

"De inrichtingen", opperde Morten.

Een ander hield vol dat het op orde en voorzichtigheid sloeg en daarover ontstond een grammatikaal dispuut.

Kleine Marius deed niet mee; want hij zat zijn conjugaties op te zeggen met zijn neus diep in Curtius; het was bijna donker op de plaats in den hoek, die hij, als de laatste van zijne klasse, innam.

De indeeling voor den Zaterdag was: van 8—9 grieksch; van 9—10 geschiedenis; van 10—11 Noorsche stijl; van 11—12 rekenen; van 12—1 en van 1—2 latijn.

Zaterdags bleven zij tot twee uur, anders gingen zij om één uur weg.

Daar kwam eindelijk de oude leeraar Bessesen aangeschoffeld, met overschoenen, regenmantel, parapluie, handschoenen en polswarmers. Zijn binnenkomen maakte niet den minsten indruk in de klasse. Alleen zei Abraham heel kalmpjes: "Zie zoo, daar hebben we het oude stekelvarken" — en Morten bleef voortgaan met de kachel.

Eerst toen de leeraar afgepeld en op den katheder gekomen was, maakten de jonge heeren aanstalten om naar hun plaatsen te gaan en het onderricht begon.