Naar inhoud springen

Pagina:Vergif.djvu/52

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
54

zou er met kanonnen over den Kjolen willen gaan? De Zweden zijn immers onze broeders en vrienden? Neen, dan is het beter wat een ander schrijft, die zegt dat we nu den Kjolen wel weg zouden willen wenschen, opdat de broedervolken zich eerst recht zouden kunnen vermengen;—wie zegt dat ook weer?"

"Ik," antwoordde No. 1 bescheiden.

"Juist; jij waart het, Broch; ja, dat is heel goed. Marius daarentegen ziet alles van een krijgshaftig standpunt; hoor nu verder: "Als men de volken vergelijkt dan ziet men dat de Denen flauwer zijn dan de Noren;" Ja, wat is dat nu voor nonsens?" riep de rector boos en hij greep met zijn handen in zijn haar; hij werd hoe langer hoe warmer en het was zeker bijna 30°; "er zijn er meer in de klasse die praten van de flauwheid van de Denen; wat moet dat beteekenen? het is zeker goed om zijn vaderland lief te nebben; maar patriotisme wordt een groot gebrek als het overslaat in nationalen trots, zoodat men op andere naties neerziet en alleen de zijne in de lucht steekt. Vooral is dat belachelijk voor een klein, armoedig volk zooals het onze, dat waarlijk niets groots heeft om trots op te zijn".

Het kwam niet tot het voorlezen van Broch's voortreffelijk opstel; want de warmte werd ten laatste zóó, dat de rector in vertwijfeling bevel