mevrouw Wenche en zij werd rood; het gebeurde nog wel eens meer in dergelijke gesprekken dat zij met haar hoofd tegen iets aanliep, waar zij geen vermoeden van had.
"Dat verwondert me, mevrouw, daar u anders zoo heelemaal in die dingen thuis schijnt te zijn en zulk een warme belangstelling voor die vragen koestert. We hebben wel degelijk een uitdrukking daarvoor, dat in de staatsschool ook de ouders vertegenwoordigd zijn—zeker hebben we dat—zooals u weet—den schoolraad."
"Schoolraad?" vroeg mevrouw Wenche onzeker.
Maar vóór dat Kahrs of iemand anders nog de zege had kunnen vervolgen, vroeg een droge, heldere stem:
"Excuseer,—maar heeft iemand van deze heeren ooit een schoolraad in levenden lijve gezien?"
Aller oogen wendden zich naar Michal Mordtmann die daar korrect en op zijn gemak bij de étagére stond; maar toen zijn oogen en die van mevrouw Wenche elkaar ontmoetten, barstte zij uit in haar vroolijken lach.
"Dank, meneer Mordtmann, duizendmaal dank voor uw hulp! —Ja, nu vraag ook ik; wat voor een ding is een schoolraad? Wie is schoolraad van de scholen hier?"
"Maar, mevrouw," riep de rector verlegen,