Naar inhoud springen

Pagina:Vergif.djvu/81

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
83

dan zou ik mij misschien, zooals zoo menig ander, verbeelden dat ook op dit punt alles van boven af zoo goed en zoo wijs geregeld is, dat wij geringe menschen en vrouwen alleen maar onzen mond hebben te houden en alles zijn gang te laten gaan. Maar nu zal niemand mij langer—nog eens dank voor uw hulp, meneer Mordtmann!—nu zal niemand mij langer dupeeren met die groote woorden. Nu Carsten schoolraad is, weet ik ook dat die schoolraad niets anders beteekent, dan een schakel in den keten van de administratieve komedie, die ons ten doode knelt en die ons allemaal alleen nog dommer maakt."

"Zacht wat—zacht wat—lieve mevrouw!" begon de rector weer; "er moet toch een administratie zijn! we kunnen niet allen te gelijk besturen!"

"Dat verlang ik ook niet; maar in elke kwestie moeten zij de baas zijn, die er feitelijk de verantwoordelijkheid van dragen; en in de kwestie: behandeling van kinderen, hebben zij de verantwoordelijkheid die zich gepermitteerd hebben om kinderen in de wereld te brengen. Maar in plaats van een aandeel in het schoolwezen dat werkelijk in overeenstemming is met die verantwoordelijkheid, krijgen we die komedie van een schoolraad, die hierin bestaat dat men op een stoel met een hoogen rug zit, naast den burgemeester. En dat