Pagina:Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815).djvu/104

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

24. De Leden der Vergadering van Hun Hoog Mogende brengen hoofdelijk hunne stem uit, zonder eenigen last to ontvangen van, of ruggespraak te houden met hun Departement. Zij zijn wegens hun gedrag, in de Vergadering van Hun Hoog Mogende gehouden, aan de Departementale Besturen geene verantwoording schuldig.

25. De Leden van de Departementale Besturen, de Secretarissen van Staat, de Leden van den Staatsraad, van den Raad van Finantiën en van de Geregtshoven vermogen geene zitting te nemen in de Vergadering van Hun Hoog Mogende, dan na alvorens afstand te bebben gedaan van de posten, welken zij bij hunne benoeming bekleedden.

26. De Vergadering van Hun Hoog Mogende beraadslaagt over geene andere onderwerpen dan over de zoodanige, welke Haar door den Raadpensionaris worden voorgedragen. Dezelve vereenigt zich met de Voordragt of verwerpt dezelve, zonder daarin eenige verandering of wijziging te maken.

27. Hun Hoog Mogende, de voorgedragene Wet hebbende goedgekeurd, geven daarvan onmiddellijk kennis aan den Raadpensionaris, welke met de promulgatie en executie daar van belast is. Wanneer Hun Hoog Mogende de voorgedragene Wet verwerpen, geven zij daarvan opgave der redenen van weigering, kennis aan den Raadpensionaris, welke als dan hetzelfde Ontwerp nader gemotiveerd, of met eenige verandering, andermaal kan Voordragen.

28. Aan de Vergadering van Hun Hoog Mogende is uitsluitend opgedragen het raadplegen over de Algemeene Begrooting van Staatsbehoeften en alle Augmentatiën van dezelve welke Haar door den Raadpensionaris worden voorgedragen.

29. De Vergadering van Hun Hoog Mogende verleent, op Voordragt van den Raadpensionaris, na ingenomen advis van het Nationaal Geregtshof, Gratie, Abolitie, of Remissie van Straffen bij Regterlijke Vonnissen opgelegd.

30. Hun Hoog Mogende niet vergaderd zijnde is de Raadpensionaris bevoegd om surceance van executie van een Vonnis te verleenen. Hij is echter verpligt de zaak zelve te brengen ter kennis van de Vergadering van hun Hoog Mogende, bij hare eerstvolgende bijeenkomst.

31. Het regt van bekrachtiging van Tractaten van Vrede, Alliantie en Koophandel, behoort bij uitsluiting aan de Vergadering van Hun Hoog Mogende. De geheime Artikelen, tot zoodanig een Tractaat behoorende, zijn aan deze bekrachtiging niet onderworpen. Deze geheime Artikelen mogen echter niet strijdig zijn met de openbare Artikelen, en niet strekken tot afstand van eenig grondgebied van het Bataafsch Gemeenebest.

32. Er kan geene Oorlogs-Verklaring plaats hebben, dan na een voorafgaand Besluit van Hun Hoog Mogende, op Voordragt van den Raadpensionaris genomen.