Pagina:Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815).djvu/106

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

zijnen onmiddelijken Voorganger niet bestaan in den derden graad van bloedverwantschap of zwagerschap. Het vereischte van inwoning sluit niet uit de zoodanigen, die Reipublicae causa afwezig zijn geweest.

43. In geen geval oefent de Raadpensionaris eenige Wetgevende Magt uit. Ook vermag hij zich niet bemoeijen met eenige zaken, welke zijn opgedragen aan het onderzoek van Regtbanken, bij de Wet vastgesteld, noch over de Geldmiddelen van den Staat beschikken, anders dan overeenkomstig de Wet.

44. De Raadpensionaris benoemt een Staatsraad, bestaande uit niet minder dan Vijf, en niet meer dan Negen Leden. De Leden van den Staatsraad moeten dezelfde vereischten bezitten als de Leden der Vergadering van Hun Hoog Mogende.

45. De Raadpensionaris vraagt van den Staatsraad hunne consideratiën en advis over alle zoodanige zaken, als hij zal goedvinden. Hij neemt geen Besluit tot Voordragt eener Wet aan de Vergadering van Hun Hoog Mogende dan na alvorens den Staatsraad omtrent het Ontwerp dier Wet te hebben gehoord.

46. De Raadpensionaris kan in Persoon de door hem ontworpene en voorgestelde Wetten in de Vergadering van Hun Hoog Mogende komen adstruëren, of zulks in zijn naam laten doen door Leden van den Staatsraad.

47. De Raadpensionaris benoemt eenen Algemeenen Secretaris van Staat, belast met het contrasigneren van alle Acten, door hem uitgevaardigd.

48. De Raadpensionaris benoemt voorts een Secretaris van Staat voor de Buitenlandsche Zaken; een Secretaris van Staat voor de Zaken der Marine; een Secretaris van Staat voor de Zaken van Oorlog; een Secretaris van Staat voor de Binnenlandsche Zaken, en een Secretaris van Staat voor de Finantiën, met een Raad van Finantiën, bestaande uit drie adviserende Leden.

49. Alle Buitenlandsche Ministers, alle Zee- en Land-Officieren, alle Nationale Ambtenaren van den Staat, en alle Leden van Regtbanken, tot de Zaken van het Algemeen Bestuur behoorende, worden door den Raadpensionaris aangesteld met uitzondering der Leden van het Nationaal Geregtshof, waaromtrent, bij Art. 79, bepalingen zijn gemaakt.

50. De Raadpensionaris beschikt over de Vloten en Legers van het Bataafsch Gemeenebest. De Militaire Rangen worden door hem bepaald en toegewezen.

51. De Raadpensionaris zorgt voor de veiligheid en de waardigheid van den Staat, voor de ongestoorde administratie der Justitie, en voor de handhaving en uitvoering der Wetten, en is belast met de Hooge Policie in de geheele Republiek, zoo wel in Burgerlijke als Kerkelijke Zaken.

52. De Raadpensionaris heeft de bestelling van de Regering der Plaats, alwaar het Gouvernement resideert.