Pagina:Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815).djvu/107

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

53. Alle Acten van het Gouvernement worden uitgevaardigd in naam van Hun Hoog Mogende, vertegenwoordigende het Bataafsch Gemeenebest ; dezelve Acten zijn geteekend door den Raadpensionaris, en door den Algemeenen Secretaris van Staat gecontrasigneerd.

54. In alle zijne betrekkingen en handelingen tot en met de Vergadering van Hun Hoog Mogende komt hij voor onder den Individuelen naam van Raadpensionaris. De Voordragten, door hem aan de Vergadering gedaan, beginnen met het navolgend formulier :

De Raadpensionaris aan de Vergadering van Hun Hoog Mogende, vertegenwoordigende het Bataafsch Gemeenebest.

55. De Acten, door de Vergadering van Hun Hoog Mogende geadresseerd aan den Raadpensionaris, dragen het navolgend Formulier :

De Vergadering van Hun Hoog Mogende, vertegenwoordigende het Bataafsch Gemeenebest, aan zijne Excellentie den Heere Raadpensionaris.

56. De Raadpensionaris heeft het Opperbestuur der Nationaale Geldmiddelen. Hij bepaalt de vaste Jaarwedden der Nationaale Ambtenaren van den Staat.

57. Insgelijks verleent hij de Pensioenen, volgens de bepalingen, daaromtrent door de Wet gemaakt.

58. Op den eersten dag der Najaarszitting van hun Hoog Mogende, levert de Raadpensionaris aan de Vergadering van Hun Hoog Mogende in, eene algemeene gedetailleerde Begrooting van Staats-hehoeften over het volgende jaar. De Vergadering van Hun Hoog Mogende kan daar in, geene verandering maken. Dezelve bewilligt daarin of verwerpt deze algemeene Begrooting.

59. Op deze algemeene Begrooting wordt eene Post uitgetrokken, gedestineerd voor objecten, welke uit haren aard voor geene specificatie vatbaar zijn; over het bedragen van dezelve beschikt de Raadpensionaris ten dienste van den Staat, ook tot goedmaking der kosten, welke worden vereischt, om den Post, welke hem is toevertrouwd, op eene waardige en betamelijke wijze te bekleden misgaders ter betaling der onkosten voor zijne particuliere Bureaux en van de Personen daarop geëmploijeerd zullende tot justificatie van het gebruik der gemelde Somme, alleen worden vereischt eene plegtige Verklaring, door den Raadpensionaris eigenhandig onderteekend, dat dezelve uitsluitend gestrekt hebbe voor den dienst en het belang van den Staat, en geenszins tot verrijking van Hem of de zijnen.

60. De middelen van Finantiën zullen aanvankelijk blijven voortduren op den voet, zoo als dezelve in ieder der Departementen tegenwoordig bestaan. Het behoort echter onder de eerste en voornaamste zorgen van den Raadpensionaris. zich onledig te houden met de overweging van alles, wat strekken kan om de Inkomsten van den Staat te vermeerderen, alle takken van Bestuur en Administra-