Pagina:Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815).djvu/111

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

deren, en is het Nationaal Geregtshof verpligt, aan zoodanige aanschrijving te defereren ; zullende de Raadpensionaris, Hun Hoog Mogende niet vergaderd zijnde, tot het doen van eene provisionele aanschrijving tot dat oogmerk bevoegd zijn.

83. Het Nationaal Geregtshof heeft het speciaal toezigt over de Geregtshoven en Regtbanken in het Bataafsch Gemeenebest. Het kan derzelver Vonnissen en Handelingen, voor zoo verre deze met de Wetten aangaande de administratie der Justitie, en de form van Regtspleging strijdig zijn, schorsen en vernietigen; hetzelve zal eehter nimmer bevoegd zijn zich in de beoordeeling der zaak zelve intelaten.

84. Aan het Nationaal Geregtshof valt hooger beroep van alle gewijsden in zaken, welke ter eerster instantie gediend hebben voor de Departementale Geregtshoven.

De Wet bepaalt de manier van procederen ten dezen opzigte.

85. Het Nationaal Geregtshof velt geene definitive Von- nissen, ten zij er ten minsten zeven Leden tegenwoordig zijn.

86. Het Nationaal Geregtshof verleent Surcheance van Betaling, Brieven van Sureté de Corps, en voorts zoodanige dispensatiën, als, door de Wet, aan hetzelve zullen worden opgedragen.

87. Met betrekking tot alles, wat tot de Regterlijke Magt behoort, het getal en de organisatie van Geregtshoven en Regtbanken, het zij Burgerlijke, het zij Militaire, wordt aan het Gouvernement overgelaten, om daaromtrent, aan de vergadering van Hun Hoog Mogende, zoodanige veranderingen en verbeteringen voortedragen, als in vervolg van tijd wenschelijk zal bevonden worden.

Eed voor de Leden van het Wetgevend Ligchaam.

« Ik belove en zwere, dat ik, als Lid van het Wetge-
« vend Ligchaam, achtervolgens de Staatsregeling,
« het belang des Bataafschen Volks met al mijn vermo-
« gen zal helpen bevorderen, deszelfs regten zal helpen
« handhaven, mij opregtelijk en naarstelijk zal kwijten
« van alle pligten mij in voormelde betrekking opge-
« legd, zonder mij daar van immer te laten weerhou-
« den, om lief of leed, gunst of ongunst, beloften of
« geschenken, noch eenige andere zaken."

Zoo waarlijk helpe mij God Almagtig !

Eed voor den Raadpensionaris.

« Ik belove en zwere, dat ik, als Raadpensionaris
« achtervolgens de Staatsregeling, en de magt, mij
« bij dezelve opgedragen, de belangen des Bataaf-
« schen Volks, met al mijn vermogen, zal bevorde-
« ren, deszelfs regten, hoogheid en waardigheid zal
« voorstaan de onafhankelijkheid van het Gemeene-
« best en de vrijheid der Ingezetenen, door alle ge-
« paste middelen en wegen, zal bevestigen, handha-
« ven en verzekeren ; dat ik mij opregtelijk en naar-