« stelijk zal kwijten van alle de pligten, mij in voor- « melde betrekking opgelegd, zonder mij daar van « immerte laten weerhouden, om lief of leed, gunst of
« ongunst, beloften of geschenken, of andere zaken."
Zoo waarlijk helpe mij God almachtig !
Ten tweeden, dat tevens, aan het Bataafsche Volk, zal
worden voorgesteld, om, bij de eventuele aanneming
der Staatsregeling, tot Eersten Raadpensionaris te benoemen Rutger Jan Schimmelpenninck, met magt en bevoegdheid, om de alzoo aangenomen Staatsregeling in
werking te brengen, mitsgaders om de eerste benoeming van de Leden der Vergadering van Hun Hoog Mogende, en alle zoodanige verdere eerste aanstellingen te
doen, als, tot invoering dezer Staatsregeling, zullen
worden vereischt.
Ten derden, dat, ten einde alles in dezen, met orde
en regelmatigheid, afloope, uit krachte van de qualificatie, daar toe, door het Wetgevend Ligchaam, aan het
Staats-Bewind, verleend, al verder wordt gestatueerd,
zoo als gestatueerd wordt bij dezen :
1°. Dat, zoo spoedig doenlijk, na den ontvangst, de Gemeente-Besturen een Exemplaar van deze Publicatie, op een genoegzaam aantal publieke Plaatsen, binnen hunne Gemeente ter visie zullen leggen.
2°. Dat, met Dingsdag den 9 April aanstaande, binnen iedere Gemeente der Bataafsche Republiek, zullen worden geopend publieke Stemregisters, en aan alle Burgers van Nederland, Manspersonen, twintig jaren oud, en volgens Artikel 25 der tegenwoordige Staatsregeling, niet van de Stemming uitgesloten, gelegenheid zal worden gegeven, om, op het aangeboden ontwerp van Staatsregeling, de benoeming van Rutger Jan Schimmelpenninck, tot Eersten Raadpensionaris, en de qualificatie op denzelven tot introductie dier Staatsregeling, met Ja of Neen, hunne Stem uittebrengen.
3°. Dat, met den 16 April daaraanvolgende, deze Stemregisters zullen worden gesloten, en vervolgens, door de Gemeente-Besturen, den uitslag der Stemming binnen hunne Gemeente opgemaakt, en zoo spoedig doenlijk en uiterlijk vóór of op den 25 dier maand aanstaande, bij bet Staats-Bewind zal moeten worden ingezonden en waarbij tevens zal moeten zijn gevoegd eene Lijst der apparente Stemgeregtigde Burgers hunner Gemeente, ten einde vervolgens dadelijk, aan het Bataafsche Volk, den uitslag der algemeene Stemming te kunnen bekend maken; zullende zoodanige Stemgeregtigde Burgers welke hunne Stem niet hebben uitgebragt, geacht worden het Ontwerp van Staatsregeling te hebben aangenomen.