Pagina:Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815).djvu/171

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

noordelijke en in eene der zuidelijke provinciën gehouden. (G. W. 46.)

(Volgens Wetsontwerp van 13 Junij, 1840, Staatsbl. N°. 81, art. 98, te doen vervallen :)

99. [1] De Staten-Generaal vergaderen zonder voorafgaande oproeping, bij overlijden des Konings. De leden die zich op den vijftienden dag, na dit overlijden bevinden, op de plaats waar de zetel van het gouvernement gevestigd is, openen de buitengewone vergadering. (G. W.46,97,100.)

100. [2] De vergadering der Staten-Generaal wordt in eene vereenigde zitting der beide kamers, door den Koning ofte wel door eene commissie van Zijnentwege geopend en op dezelfde wijze gesloten, wanneer Hij oordeelt dat het belang van het Rijk niet vordert, de vergadering langer bijeen te houden.

De gewone jaarlijksche vergadering blijft ten minste twintig dagen bijeen.

101. Geene der beide kamers vermogen eenige zaak te beslissen, zoo niet meer dan de helft van hare leden tegenwoordig is. (G. W. 141.)

102.[3] Alle besluiten worden bij volstrekte meerderheid van stemmen opgemaakt. (G. W. 141.)

103. Over alle zaken wordt mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd ; doch bij het doen van keuze of voordragten van personen, bij besloten en ongeteekende briefjes. (G. W. 142.)

104. Wanneer volgens deze Grondwet, de beide kamers eene vereenigde zitting houden, hetzij de tweede kamer in enkelen of in dubbelen getale zij, zitten de leden zonder onderscheid, tot welke kamer zij behooren. (G. W. 24v.,40v.,51v.,54.)

De voorzitter der eerste kamer heeft het beleid der vergadering.


VIJFDE AFDEELING.
Van de wetgevende Magt.

105. [4] De wetgevende magt wordt gezamenlijk door den Koning en de Staten-Generaal uitgeoefend.

106. De Koning zendt zijne voorstellen aan de tweede kamer, hetzij bij eene schriftelijke boodschap, welke de redenen van het voorstel inhoudt, of door eene commissie.

107. Over eenig ingekomen voorstel des Konings, wordt bij de volle kamer niet geraadpleegd, dan nadat hetzelve is overwogen in de onderscheidene afdeelingen waarin alle de leden der kamer zich verdeelen, en welke op gezette tijden bij loting vernieuwd worden.

108. De zittingen der tweede kamer van de Staten-Generaal worden in het openbaar gehouden. De kamer

  1. G.1814.a.22.
  2. S.1801. a.50.S.1805.a.21, 33, 37. C. 1806. a. 55. G. 1814. a. 65.
  3. S. 1798. a. 62. G. 1814. a. 67.
  4. C. 1806. a. 51.