Pagina:Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815).djvu/21

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

ACTE
van
STAATSREGELING.



TITUL I.
Van de verdeeling der Republiek.


Artikel 1.

De Bataafsche Republiek is Eén en Ondeelbaar.

2. De Oppermagt berust in de gezamenlijke Leden der Maatschappij, Burgers genoemd.

3. Het tegenwoordig grondgebied der Bataafsche Republiek is verdeeld in Agt departementen , met naame : Het Eerste Departement: van de Eems.

Tweede Departement: van den Ouden Yssel.
Derde Departement: van den Rhijn.
Vierde Departement: van den Amstel.
Vijfde Departement: van Texel.
Zesde Departement: van de Delf.
Zevende Departement: van de Dommel.
Agtste Departement: van de Schelde en Maas.

4. De Departementaale Administratiën vergaderen in de volgende Hoofdplaatsen:

Die van het Eerste Departement, te Leeuwarden.

van het Tweede, te Zwolle.
van het Derde, te Arnhem.
van het Vierde, te Amsteldam.
van het Vijfde, te Alkmaar.
van het Zesde, te Delft.
van het Zevende, in den Bosch.
van het Agtste, te Middelburg.

5. Ieder Departement word ten spoedigsten verdeeld in zeven zoo na mogelijk, gelijk bevolkte Ringen, en elke Ring in verschillende Gemeenten.

6. Behalven deze onderscheiding in Departementen, Ringen en Gemeenten, tot daarstelling der Departementaale en Gemeente-Bestuuren ingerigt , word de geheele Republiek nog verdeeld in Grond-Vergaderingen en Districten, geschikt tot algemeene verkiezingen en werkzaamheden des Volks.

7. Het Vertegenwoordigend Ligchaam regelt, ten spoedigsten, de bijzondere bepaalingen der verschillende Departementaale Omtrekken, Ringen en Gemeenten, in ieder Departement, en der Hoofdplaatsen in de onderscheiden