86. Jaarlijks, treed één Lid van het Uitvoerend Bewind af. De wijze word bepaald bij het Reglement, letter C.
87. Zij die elkanderen bestaan tot in den vierden graad van Maagschap, hetzij door Bloedverwandtschap. of door Huwelijk kunnen niet, te gelijk, Leden zijn van het Uitvoerend Bewind, noch ook elkanderen daarin opvolgen, dan na een tusschentijd van twee Jaaren.
88. Op den tweeden Dingsdag der Maand Junij neemt het nieuw-gekozen Lid zitting, en legt, in handen van den tijdelijken Voorzitter, de navolgendebelofte af:
« Dit beloof ik, op mijne Burgertrouw."
Aan de beide Kamers van het Vertegenwoordigend Ligchaam word een afschrift van deze belofte, door hem eigenhandig geschreven en geteekerd, ingezonden.
89. De Voorzitter van het Uitvoerend Bewind is de bewaarer van het groot Nationaal Zegel, en heeft de paraphure. Alle aftevaardigen orders en besluiten van het Uitvoerend Bewind worden door hem geteekend.
90. Alle Besluiten van het Uitvoerend Bewind worden genomen, bij meerderheid der tegenwoordig zijnde Leden mids zijnde ten minsten drie in getal.
91. Dit Ligchaam heeft, ten zijnen dienste, éénen al- gemeenen Secretaris buiten deszelfs Leden, die, zoo ten aanzien van alle binnenlandsche, als buitenlandsche Zaken, aan hetzelve alleen verbonden is ; voords een bepaald getal van Agenten, de benodigde Commissarissen, eenen Boodschapper van Staat, en een vereischt getal van Boden. (Zie Reglement, letter C.)
92. Het Uitvoerend Bewind bedient zig, ter volbrenging zijner verschillende werkzaamheden, van de volgende agt Agenten, als :
- Eén van buitenlandsche Betrekkingen ;
- Eén van Marine ;
- Eén van Oorlog;
- Eén van Financie ;
- Eén van Justitie ;