Naar inhoud springen

Pagina:Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815).djvu/64

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
Lid, bij het Vertegenwoordigend Ligchaam der Bataafsche Republiek."

Dit Credentiaal word, onverwijld, aan het gekozen Lid, en een soortgelijk aan deszelfs Plaatsvervanger, toegezonden.

37. Hetzelve word door den Voorzitter geteekend, en door den Secretaris met twee Leden gecontrasigneerd.

38. Van deze benoeming, en van het verhandelde ter Districts-Vergadering word met een Brief kennis gegeven aan het Vertegenwoordigend Ligchaam, en aan het Uitvoerend Bewind, op gelijke wijze onderteekend, als in het naastvoorgaande Artikel is gemeld.

39. De Voorzitter verklaart alsdan, dat de werkzaamheden der Vergadering geëindigd zijn, en scheid dezelve.




BIJLAGE.
REGLEMENT, LETTER B.
Behoorende tot Titul III.


EERSTE AFDEELING.
Van de Vervulling der jaarlijks openvallende Plaatsen in het Vertegenwoordigend Ligchaam.

Artikel 1.

Het Uitvoerend Bewind roept, volgends de orde, door de loting, bij Art. 38. van de Acte der Staatsregeling bepaald, jaarlijks, tijdig op alle de Grond-Vergaderingen van die Districten, wier tourbeurt het alsdan is, tegen den laatsten Dingsdag der Maand Maij, met herinnering van tijd en plaats van zamenkomst der Districts-Vergaderingen, ten einde nieuwe Leden te benoemen voor het Vertegenwoordigend Ligchaam.

2. De aldus verkozen Leden tot het Vertegenwoordigend Ligchaam, en derzelver Plaatsvervangers, zenden, binnen veertien Dagen na de gedane keuze, hunne Geloofsbrieven aan het Uitvoerend Bewind, welk dezelven oogenbliklijk zend aan eene Commissie, tot dat einde benoemd, en zaam- gesteld uit Vier Leden der Eerste Kamer, en Twee der Tweede Kamer, ter beoordeelinge.

3. Deze Commissie beoordeelt, binnen de drie naastvolgende Weeken, alle de ingekomen Geloofsbrieven, geduurende welken tijd een gekozene aan dezelve redenen kan inzenden, waarom bij meent zig te moeten verschoonen ; gelijk ook, in dien tusschentijd, andere Burgers aan dezelve kunnen voordragen zoodanige schriftlijke bezwaaren, als zij tegen de wettigheid der verkiezing, of de bevoegdheid des gekozenen, oordeelen te hebben.