Pagina:Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815).djvu/96

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

respective Departementale Besturen deswegens de nodige voordragt aan het Wetgevend Ligchaam inzenden.

86. Het Krijgsvolk te Water en te Lande blijft, met betrekking tot alle Civile Zaken en commune delicten, onderworpen aan den Burgerlijken Rechter.

87. Er zal eene hooge Militaire Vierschaar zijn, voor welke het Krijgsvolk te Water en te Lande, op aanklagt van twee afzonderlijke Fiscaals zal worden te regt gesteld. Dezelve zal bestaan uit een gelijk getal Zee-Officieren, Land-Officieren en Rechtsgeleerden, waaromtrent zoo wel, als omtrent de geheele te rechtstelling van het Oorlogsvolk de Wet nadere bepalingen en verordeningen vaststelt. De Leden dezer Vierschaar benevens, de Fiscaals worden door het Staatsbewind benoemd.

88. De Wet bepaalt de Judicature in cas van fraude of contraventie der Gemeene Middelen en Belastingen.


Van het Nationaal Gerechtshof.


89. Hetzelve zal bestaan uit negen Leden, welke dadelijk na de benoeming van het Wetgevend Ligchaam, door vijf Leden uit deszelfs midden te committeeren, als mede door vijf Leden van het Staatsbewind insgelijks uit deszelfs midden te committeeren, mitsgaders deszelfs President, bij volstrekte meerderheid zullen worden benoemd en aangesteld.

90. Dezelve zitten gedurende hun leven, en alle de vereischten bezitten, welke in de Leden van het Staatsbewind Art. 29. gevorderd worden. In cas van vacature formeren dezelve een dubbeltal, bij het welk door het Staatsbewind insgelijks twee Persoonen gevoegd worden, uit welk viertal de electie geschiedt door het Wetgevend Ligchaam.

91. Het zelve neemt cognitie van, en oordeelt over alle misdrijven door de Leden van het Wetgevend Ligchaam, van het Staatsbewind en alle hooge Nationale Ambtenaren, begaan in de waarneming hunner bedieningen, zelfs na het eindigen derzelve ; en voords van alle andere misdaden, door dezelve gedurende den tijd hunner bediening bedreven wordende.

92. Het zelve oordeelt over alle actien, waarin het Gemeenehest als gedaagde wordt aangesproken.

93. Hetzelve heeft het speciaal toezigt over de Gerechtshoven en Rechtbanken in de Bataafsche Republiek: Het kan derzelver Vonnissen en handelingen voor zo verre deze met de Wetten aangaande de administratie van Justitie en deform van rechtspleging strijdig zijn, schorssen en vernietigen; en reden tot aanklagt vindende, den publieken Aanklager gelasten, het recht van het Bataafsche Volk waar te nemen: hetzelve zal echter nimmer bevoegd zijn, zich in de beoordeeling der zaak zelve in te laten.

94. Aan hetzelve valt hooger beroep van alle gewijsden in zaken, welke ter eerster instantie gediend hebben voor