ste instantie als in revisie door zodanige Pleit-bezorgeren als zij zelven verkiezen. Alle magt en gezag van den Aangeklaagden word door de aanklagt dadelijk gesuspendeerd uitgezonderd der Vergadering van het Wetgevend Ligchaam of van het Staats-bewind.
100. Die de bevelen van een aangeklaagden, het zij Magistraat, Collegie of Ambtenaar met uitzondering alleen der beide bovengenoemde Vergaderingen gehoorzaamt, is schuldig aan misdaad van hoog verraad.
101. Het Syndicaat oeffent geen magt uit hoegenaamd en vermag niemand te laten arresteren, dan na verleende autorisatie van het Gerechtshof, uitgezondert alleen in het enkel geval, dat eenige autoriteit of ambtenaar, of ook particuliere Personen ontdekt wierden, dadelijk iets te ondernemen, tegen de veiligheid van den Staat en deszelfs Constitutie of onmiddelijk gereed te zijn, om zulks te doen ; doch in dit geval moet de reden van het arrest onmiddelijk aan het Nationaal Gerechtshof worden bekend gemaakt, hetwelk dezelve beoordeelt en de arrestatie dienvolgens bekragtigt of annulleert.
Van zodanig arrest zijn echter uitgezonderd de Vergaderingen van het Wetgevend Ligchaam en van het Staatsbewind.
102. Het Syndicaat kan zijn eigen Leden aanklagen.
103. Het Nationaal Gerechtshof surveilleert het Syndicaat en deszelfs Leden, en ingevalvan eenig misdrijf, het zij van concussie of van andere delicten in Officio, het produceeren van valsche bewijzen, omkooping van getuigen, verdonkeringen of verwaarlozing van gefundeerde aanklagten of middelen van verdeediging enz. kiest het Nationaal Gerechtshof een Rechtbank van negen Leden uit de onderscheidene Departementale Gerechtshoven, voor welke hetzelve zijne aanklagten door bij hetzelve hiertoe benoemde Pleitbezorgers doet instituceren.
104. Het Nationaal Gerechtshof houdt zijn verblijf in de Residentie van het Staatsbewind.
105. Ingeval van twijffeling of verschil omtrend het recht verstand van eenig Artikel der Acte van Staatsregeling, zal hetzelve door het daarbij belanghebbend Collegie ter kennis gebragt worden van het Nationaal Gerechtshof, hetwelk den Letter der Staatsregeling niet volkomen duidelijk oordeelende, hier van aanschrijving zal doen aan het Wetgevend Ligchaam, als mede aan het Staatsbewind, ten einde ieder uit den hunnen te benoemen negen Leden, welke gezamentlijk met de Leden van het Gerechtshof zelve, eene Vergadering zullen uitmaken van zeven- en-twintig Persoonen, welke Zitting zullen nemen naar den rang van derzelver ouderdom, onder het Praesidium van den Praesident van het Hof, die den staat van het geschil duidelijk zal voordragen, en bij meerderheid doen beslissen. En indien dezelve bevindt dat die duisterheid niet opgehelderd kan worden, zonder authentique interpretatie, zal het voorstel door het Staats Bewind ter beslissing van de Stemgerechtigde Burgers worden gebracht.