Pagina:Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815).djvu/99

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

108. Zodra deze Staatsregeling door het Bataafsche Volk is aangenomen en geproclameerd, benoemt het Uitvoerend Bewind de zeven Leden van het Staats-Bewind, en roept dezelven binnen veertien dagen, tegen een bepaalden dag binnen de Residentie ; dezen verkiezen dadelijk hunne Medeleden, en geven daarvan kennis aan het Uitvoerend Rewind, om dezelven insgelijks binnen den kortsmogelijken tijd opteroepen ; ten einde alsdan het Staats Bewind te installeeren.

Het Staats-Bewind geconstituëerd zijnde, geeft hiervan kennis aan het Vertegenwoordigend Ligchaam en het Uitvoerend Bewind, welke beide Collegiën zich daarop onmiddelijk dissolveeren.

Belofte voor de Leden van het Wetgevend Ligchaam.

« Ik belove plechtiglijk dat ik als Lid van het Wetgevend Ligchaam, achtervolgens de Staatsregeling, het belang des Bataafschen Volks met al mijn vermogen zal helpen bevorderen deszelfs rechten zal helpen handhaven mij oprechtelijk en naarstiglijk zal kwijten van alle plichten, mij, in mijne betrekking, opgelegd ; zonder mij daar van immer te laten wederhouden, om lief en leed, gunst of ongunst, beloften of geschenken, noch eenige andere zaken, en dat ik, op geenerlei wijze, zal medewerken of helpen besluiten tot eenig ontwerp, strekkende ter invoering van erffelijke waardigheden, of afwijkende van de gronden eener Volksregeering bij Vertegenwoordiging."

Belofte voor de Leden van het Staatsbewind.

« Ik belove plechtiglijk, dat ik als Lid van het Staatsbewind, achtervolgens de Staatsregeling, en de macht mij bij dezelve opgedragen, de belangen des Bataafschen Volks met al myn vermogen zal helpen bevorderen; deszelfs Rechten, Hoogheid en Waardigheid zal helpen voorstaan; de Onafhangelijkheid van het Gemeenebest, en de Vrijheid der Ingezetenen, door alle gepaste middelen en wegen, zal helpen bevestigen, handhaven en verzekeren; dat ik mij oprechtelijk en naarstiglijk zal kwijten van alle de plichten, mij in mijne betrekking opgelegd, zonder mij daarvan immer te laaten wederhouden, om lief of leed. gunst of ongunst, beloften of geschenken, noch door eenige andere zaaken, en dat ik op geenerleie wijze, zal helpen beramen of besluiten, noch gedogen, dat beraamd of besloten worde eenig ontwerp, afwijkende van de Staatsregeling ofstrekkende ter invoering van Erflijke Waardigheden, ofstrijdende met eene Volksregeering bij Vertegenwoordiging; maar integendeel, dat ik wanneer eenige dergelyke onderneming ter myner kennis mogt komen, dezelve, met alle de macht, welke mij is aanvertrouwd, zal tegengaan en trachten te verhinderen.