Pagina:Verzameling van verslagen en rapporten behoorende bij de Nederlandsche Staatscourant vol 1920 no 028.djvu/29

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
V R 28
29

 Bij de wis- en natuurkundige Afdeeling trad, in de plaats van den heer D. J. Korteweg, die ten vorigen jare zijne functie had neergelegd, de heer A. F. Holleman als onder­-Voorzitter op nadat deze benoeming, door Uwe Majesteit was bekrachtigd.

 Na de bekrachtiging der benoemingen door Uwe Majesteit werden in de wis- en natuurkundige Afdeeling opgenomen als gewone leden de heeren P. Ehrenfest te Leiden, A. A. Hijmans van den Bergh te Utrecht, R. Magnus te Utrecht en Eug. Dubois te Haarlem; als buitenlandsche leden de heeren Axel Holst te Kristiania, Sv. Arrhenius te Stock­holm, D. Hilbert te Göttingen, Lnigi Luciani te Rome, P. Sabatier te Toulouse en D. H. Scott te Basingstoke, Hants (Eng.); en als correspondenten de heeren C. Braak te Weltevreden, O. de Vries te Buitenzorg en L. Rutten te Buitenzorg, en werden bij de letterkundige Afdeeling inge­schreven als gewone leden de heeren Tj. de Boer te Amster­dam, D. Josephus Jitta te ’s Gravenhage, A. A. H. Struycken te ’s Gravenhage en J. J. A. Frantzen te Utrecht en als buitenlandsche leden de heeren Hermann Diels te Berlijn, Sir Aurel Klein te Lahore (Br. Indië), Hermann Oldenberg te Gottingen, Salomon Reinach te Boulogne s/Seine, Axel Kock te Lund en Hans von Arnim te Frank­furt a/M.
 Met uitzondering van den heer Luciani, die reeds kort nadat het bericht van zijne benoeming hem bereikt kon hebben, was overleden, werd van de overigen bericht ont­vangen, dat zij de benoeming aannamen.

 Het zij der Akademie opnieuw vergund hare belangen in Uwer Majesteits bescherming aan te bevelen.

 Amsterdam, 24 April 1920.

Namens de Koninklijke Akademie van
Wetenschappen,

De Algemeene Secretaris,

(get.) P. Zeeman.