welke worden ingezonden anoniem en dan vergezeld moeten zijn van een verzegelde enveloppe, bevattende het naambriefje van den auteur.
Voorts ontving de Akademie, als antwoord op een verzoek van hare beide Afdeelingen, eene missive van Zijne Excellentie den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen d.d. 14 October 1919, no. 3654, Afd. K. V., met bericht, dat de voorgestelde wijzigingen, respectievelijk van §§ 8, 13 en 20 van het Reglement van Orde voor de wis- en natuurkundige Afdeeling en §§ 5, 7, 8, 14 en 20 van het Reglement van Orde voor de letterkundige Afdeeling door Zijne Excellentie waren goedgekeurd.
In hoeverre de Akademie heeft kunnen voldoen aan alinea b, art. 2 van haar Reglement, nl. „een middenpunt van zamenwerking te zijn voor de beoefenaars der wetenschap in Nederland en zijne overzeesche bezittingen”, moge blijken uit de vermelding der wetenschappelijke voordrachten, in hare vergaderingen gehouden en der wetenschappelijke mededeelingen of verhandelingen, ter opneming in hare werken aangeboden en uitgegeven.
In de vergaderingen der Afdeeling voor de wis- en natuurkundige wetenschappen werden de volgende voordrachten gehouden en mededeelingen ter plaatsing in het Verslag der vergaderingen of ter uitgave in de Verhandelingen aangeboden:
I. Anatomie.
Ter plaatsing in het Verslag der vergaderingen werd eene mededeeling aangeboden door den heer L. Bolk (Verslag Maart).
Ter uitgave in de Werken der Akademie werd aangeboden:
a. In de Mei-vergadering door den heer J. Boeke, namens den heer Erik Agduhr te Stockholm, het manuscript van diens verhandeling: „Sympathetic innervation of the muscles of the extremities. A histo-experimental Study.”
De Voorzitter stelde het manuscript in handen van de heeren J. Boeke en J. W. van Wijhe, met verzoek om rapport, dat werd uitgebracht in de juni-vergadering en concludeerde tot opneming, met welke conclusie de vergadering zich vereenigde, zoodat besloten werd de verhandeling op te nemen in de Verhandelingen der Afdeeling 2de Sectie, als no. 6 van Deel XX.
b. In de Juni-vergadering door den heer J. Boeke, namens den heer G. C. Heringa, het manuscript van diens verhandeling: „Untersuchungen über den Ban und die Entwicklung des sensibeln peripheren Nervensystems.”
Door den Voorzitter werd het manuscript gesteld in handen van de heeren J. Boeke en C. Winkler, met verzoek om