Naar inhoud springen

Pagina:Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.pdf/4

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
4. In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder l, kan een lid van de

eilandsraad tevens zijn:

a. ambtenaar van de burgerlijke stand;
b. vrijwilliger of ander persoon die uit hoofde van een wettelijke

verplichting niet bij wijze van beroep hulpdiensten verricht;

c. ambtenaar werkzaam voor een school voor openbaar onderwijs;
d. ambtenaar werkzaam in een bij eilandsverordening van de eilandsraad van het openbaar lichaam Sint Eustatius of Saba aan te wijzen

functie, die niet zodanige bevoegdheden of verantwoordelijkheden meebrengt, dat voor belangenverstrengeling moet worden gevreesd.

5. Een eilandsverordening als bedoeld in het vierde lid, onderdeel d,

wordt ten minste vier maanden voor de dag van kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de eilandsraad vastgesteld en behoeft de goedkeuring van de Rijksvertegenwoordiger.

Artikel 15

1. Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de

eilandsraad in de vergadering, in handen van de voorzitter, de volgende eed (verklaring en belofte) af:

«Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de eilandsraad benoemd te

worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.

Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te

laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de

wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de eilandsraad naar eer en geweten zal vervullen.

Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!»
(Dat verklaar en beloof ik!»)
2. In plaats van in het Nederlands kan de eed (verklaring en belofte) in

het Papiaments of het Engels worden afgelegd.

3. Wanneer de eed (verklaring en belofte) in het Papiaments wordt

afgelegd, luidt de tekst van de eed (verklaring en belofte) als volgt:

«Mi ta hura (deklará) ku pa mi nombramentu den e kargo o funshon di

miembro di konseho insular mi no a duna ni primintí, ni direkta- ni indirektamente, bou di ningun nòmber ni denominashon ni preteksto, ningun regalo ni fabor.

Mi ta hura (deklará i primintí) ku mi no a risibí ni mi no a aseptá, ni lo mi

no aseptá, ni direkta- ni indirektamente, ningun regalo ni ningun promesa di hasi algu o laga di hasi algu den e kargo o funshon en kuestion.

Mi ta hura (primintí) ku lo mi ta fiel na Konstitushon, ku lo mi kumpli ku

lei i ku lo mi kumpli ku mi obligashonnan komo miembro di konseho insular segun mi konsenshi i honor.

Ku Dios Todopoderoso yudami!»
(Esei mi ta deklará i primintí!»)
4. Wanneer de eed (verklaring en belofte) in het Engels wordt afgelegd,

luidt de tekst van de eed (verklaring en belofte) als volgt:

«I swear (affirm) that I neither gave nor promised any gift or favour,

either directly or indirectly, under any name or pretext whatsoever, in order to be appointed member of the island council.

I swear (affirm and promise) that I have made no gift or promise, and

shall accept no gift or promise, either directly or indirectly, in order to do or to omit to do anything in the course of my duties.

I swear (promise) that I will bear allegiance to the Constitution, that I

will observe the laws and that I will perform my duties as member of the island council in good faith.

So help me God Almighty!
(This I affirm and promise!)