- 3. De getuigen zijn verplicht getuigenis af te leggen.
- 4. De deskundigen zijn verplicht hun diensten onpartijdig en naar beste
weten als zodanig te verlenen.
- 5. De onderzoekscommissie kan besluiten dat getuigen uitsluitend
worden verhoord na het afleggen van een eed of belofte. Zij leggen dan in de vergadering van de onderzoekscommissie, in handen van de voorzitter, de eed of belofte af dat zij de gehele waarheid en niets dan de waarheid zullen zeggen.
- 6. De getuigen en deskundigen worden in een openbare zitting van de
onderzoekscommissie gehoord. Plaats en tijd van de openbare zitting worden door de voorzitter tijdig ter openbare kennis gebracht.
- 7. De onderzoekscommissie kan om gewichtige redenen besluiten een
verhoor of een gedeelte daarvan niet in het openbaar af te nemen. De leden en plaatsvervangende leden van de commissie bewaren geheimhouding over hetgeen hun tijdens een besloten zitting ter kennis komt.
- 8. Een getuige is gerechtigd zich tijdens het verhoor te laten bijstaan.
Om gewichtige redenen kan de commissie besluiten, dat een getuige zonder bijstand wordt gehoord.
- 9. Verklaringen die zijn afgelegd voor de onderzoekscommissie kunnen,
behalve in het geval van een strafrechtelijke procedure naar meineed, niet als bewijs in rechte gelden.
Artikel 163
- 1. Getuigen en deskundigen worden schriftelijk opgeroepen. De brief,
houdende de oproep, wordt aangetekend verzonden of tegen gedagtekend ontvangstbewijs uitgereikt.
- 2. De onderzoekscommissie kan bevelen dat getuigen en deskundigen
die, hoewel opgeroepen in overeenstemming met het eerste lid, niet zijn verschenen, door de openbare macht voor hen worden gebracht om aan hun verplichting te voldoen. De onderzoekscommissie stelt de getuige of deskundige hiervan schriftelijk in kennis op de wijze, bedoeld in het eerste lid. In de beschikking wordt een termijn gesteld waarbinnen de belanghebbende de tenuitvoerlegging kan voorkomen door alsnog aan zijn verplichting te voldoen.
- 3. Op een beschikking als bedoeld in het eerste en het tweede lid is
artikel 55 van de Wet administratieve rechtspraak BES niet van toepassing.
Artikel 164
- 1. Niemand kan genoodzaakt worden aan de onderzoekscommissie
geheimen te openbaren, voor zover daardoor onevenredige schade zou worden toegebracht aan het belang van de uitoefening van zijn beroep, dan wel aan het belang van zijn onderneming of de onderneming waarbij hij werkzaam is of is geweest.
- 2. Zij die uit hoofde van hun ambt, beroep of betrekking tot geheimhouding verplicht zijn, kunnen zich verschonen getuigenis af te leggen,
doch uitsluitend met betrekking tot hetgeen waarvan de wetenschap aan hen als zodanig is toevertrouwd. Zij kunnen inzage, afschrift of kennisneming anderszins weigeren van bescheiden of gedeelten daarvan tot welke hun plicht tot geheimhouding zich uitstrekt.
- 3. De gezaghebber en gewezen gezaghebbers, eilandgedeputeerden en
gewezen eilandgedeputeerden, leden en gewezen leden van een door het bestuurscollege of de gezaghebber ingestelde commissie, ambtenaren en gewezen ambtenaren, door of vanwege het bestuurscollege aangesteld of daaraan ondergeschikt, zijn niet verplicht aan artikel 161 en artikel 162 te voldoen, indien het verstrekken van de inlichtingen in strijd is met het openbaar belang.