Deze pagina is proefgelezen
Artikel 234
- 1. De gedeputeerden, die op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet fungeren als gedeputeerden van de eilandgebieden Bonaire. Sint Eustatius en Saba, worden geacht voor de resterende duur van hun benoeming te zijn benoemd door de eilandsraad van het openbaar lichaam Bonaire, het openbaar lichaam Sint Eustatius, onderscheidenlijk het openbaar lichaam Saba, tot eilandgedeputeerde van het openbaar lichaam Bonaire, het openbaar lichaam Sint Eustatius, onderscheidenlijk het openbaar lichaam Saba.
- 2. Tot het moment dat de eilandgedeputeerden voor de eerste keer na de inwerkingtreding van deze wet op grond van artikel 54 zijn afgetreden bedraagt het aantal eilandgedeputeerden:
- a, vier in het openbaar lichaam Bonaire;
- b, twee in de openbare lichamen Sint Eustatius en Saba.
- 3. Tot het moment van aftreden, bedoeld in het tweede lid:
- a, is artikel 40 slechts van toepassing voor zover de Eilandenregeling Nederlandse Antillen, zoals die luidde op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet, ter zake eveneens een verbod inhield;
- b, is artikel 56, derde en vierde lid, niet van toepassing.
- 4. Artikel 49 is niet van toepassing op de eilandgedeputeerden, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 235
- 1. De gezaghebbers, die op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet fungeren als gezaghebbers van de eilandgebieden Bonaire. Sint Eustatius en Saba, worden geacht voor de resterende duur van hun benoeming te zijn benoemd tot gezaghebbers van het openbaar lichaam Bonaire, het openbaar lichaam Sint Eustatius, onderscheidenlijk het openbaar lichaam Saba.
- 2. Ten aanzien van de gezaghebbers, bedoeld in het eerste lid, is gedurende de resterende tijd van hun benoeming:
- a, artikel 78, derde en vierde lid, niet van toepassing;
- b, artikel 80 slechts van toepassing voor zover de Eilandenregeling Nederlandse Antillen, zoals die luidde op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet, ter zake eveneens een verbod inhield.
- 3. Artikel 83 is niet van toepassing op de gezaghebbers, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 236
De gezamenlijke rekenkamer wordt ingesteld binnen twee jaar na inwerkingtreding van deze wet.
Artikel 237
- 1. De eilandgriffier wordt benoemd binnen één jaar na inwerkingtreding van deze wet.
- 2. Tot de datum waarop de eilandgriffier wordt benoemd staat de eilandsecretaris de eilandsraad en de door hem ingestelde commissies bij de uitoefening van hun taak terzijde.
- 3. Tot de datum waarop de eilandgriffier is benoemd blijft de medeondertekening van de stukken die van de eilandsraad uitgaan, bedoeld in artikel 34, achterwege.