Deze pagina is proefgelezen
§ 3 Bijzondere voorzieningen
Artikel 230
Wanneer de eilandsraad bij of krachtens een andere dan deze wet of de Wet financiën openbare lichamen Bonaire. Sint Eustatius en Saba gevorderde beslissingen niet of niet naar behoren neemt, voorziet het bestuurscollege daarin.
Artikel 231
- 1. Wanneer het bestuurscollege of de gezaghebber bij of krachtens een andere dan deze wet of de Wet financiën openbare lichamen Bonaire. Sint Eustatius en Saba gevorderde beslissingen niet of niet naar behoren neemt, voorziet de Rijksvertegenwoordiger daarin namens het bestuurscollege of de gezaghebber en ten laste van het openbaar lichaam.
- 2. Spoedeisende gevallen uitgezonderd, vindt het eerste lid geen toepassing dan nadat het bestuurscollege, onderscheidenlijk de gezaghebber in de gelegenheid is gesteld binnen een door de Rijksvertegenwoordiger gestelde termijn alsnog de bij of krachtens een andere dan deze wet of de Wet financiën openbare lichamen Bonaire. Sint Eustatius en Saba gevorderde beslissingen te nemen.
Artikel 232
Bij de wet kunnen met afwijking van de artikelen 5 en 149 voorzieningen worden getroffen voor het geval het bestuur van een openbaar lichaam zijn taken grovelijk verwaarloost.
HOOFDSTUK VI OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 233
- 1. De eilandsraden, die op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet fungeren als eilandsraden van de eilandgebieden Bonaire. Sint Eustatius en Saba, worden aangemerkt als eilandsraad van het openbaar lichaam Bonaire, het openbaar lichaam Sint Eustatius, onderscheidenlijk het openbaar lichaam Saba.
- 2. De leden van de eilandsraden, bedoeld in het eerste lid, worden geacht te zijn gekozen tot lid van de eilandsraad van het openbaar lichaam Bonaire, het openbaar lichaam Sint Eustatius, onderscheidenlijk het openbaar lichaam Saba. Zij treden, behoudens in het geval van tussentijds aftreden of overlijden, af met ingang van de dag waarop de leden van provinciale staten, die op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet zitting hebben, ingevolge artikel C 4, tweede lid, van de Kieswet aftreden.
- 3. Tot het moment van aftreden, bedoeld in het tweede lid:
- a, is artikel 14 slechts van toepassing voor zover de Eilandenregeling Nederlandse Antillen, zoals die luidde op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet, ter zake eveneens een verbod inhield;
- b, worden de vergoeding, tegemoetkoming in de kosten en andere financiële voorzieningen, bedoeld in artikel 120, eerste en tweede lid, vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur in plaats van bij eilandsverordening.