Naar inhoud springen

Pagina:Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.pdf/55

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

weken na de dagtekening van de mededeling van de Rijksvertegenwoordiger is geschorst of vernietigd, wordt het uitgevoerd.

Artikel 223

1. Indien een besluit naar het oordeel van de gezaghebber voor

vernietiging in aanmerking komt, doet hij daarvan binnen twee dagen nadat het te zijner kennis is gekomen, door tussenkomst van de Rijksvertegenwoordiger, mededeling aan Onze Minister wie het aangaat. Hij geeft hiervan tegelijkertijd kennis aan het orgaan dat het besluit nam, en zo nodig aan het orgaan dat met de uitvoering van het besluit is belast.

2. De Rijksvertegenwoordiger zendt de stukken, vergezeld van zijn

advies, binnen een week na de dagtekening van de mededeling van de gezaghebber toe aan Onze Minister wie het aangaat.

3. Artikel 221, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 224

1. Een voordracht tot schorsing wordt gedaan door Onze Minister wie

het aangaat.

2. Over de voordracht pleegt Onze Minister wie het aangaat overleg met

Onze Minister, tenzij schorsing onverwijld plaats dient te vinden. In de voordracht wordt het achterwege blijven van overleg gemotiveerd.

Artikel 225

Indien een bekend gemaakt besluit niet is vernietigd binnen de tijd waarvoor het is geschorst, wordt hiervan door het eilandsbestuur openbaar kennis gegeven.

Artikel 226

1. De voordracht tot vernietiging wordt gedaan door of mede door Onze

Minister.

2. Artikel 15, derde lid, van de Wet op de Raad van State is niet van

toepassing.

Artikel 227

Het koninklijk besluit tot schorsing, opheffing of verlenging van de schorsing of tot vernietiging wordt in het Staatsblad geplaatst.

Artikel 228

Het eilandsbestuur neemt opnieuw een besluit omtrent het onderwerp van het vernietigde besluit, waarbij met het koninklijk besluit wordt rekening gehouden.

Artikel 229

1. In afwijking van artikel 3, eerste lid onderdeel a, en tweede lid van de

Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba kan een belanghebbende tegen een koninklijk besluit als bedoeld in artikel 220 binnen zes weken nadat het besluit is bekendgemaakt beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

2. Geen beroep kan worden ingesteld tegen de weigering om de

vernietiging te bevorderen en tegen het niet tijdig nemen van een besluit tot vernietiging.