Naar inhoud springen

Pagina:Wetboek op de regterlijke instellingen en regtspleging in het koningrijk Holland (1809).pdf/30

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Art. 134.

Laatſtelijk zal hetzelve blijven oordeelen, bij wege van hooger beroep, van alle ſententiën of dispoſitiën, gewezen of verleend in de reſpective koloniën of bezittingen van het rijk, van welke te voren bij de Staten-Generaal reviſie werd toegeſtaan; gelijk ook van alle zoodanige vonnisſen en dispoſitiën, gewezen of genomen door den raad van juſtitie aan de Kaap de goede hoop, van welke te voren aan den raad van juſtitie de Batavia werd geprovoceerd, achtervolgens de publicatie van het Staatsbewind, gearresteerd den 17den van ſprokkelmaand en 12den van bloeimaand 1803, en van Hun Hoog Mogenden, in dato den 17den van ſprokkelmaand 1806.

Art. 135.

Het hof is geregtigd, curatelen of confinementen te ordonneren, buiten vorm van proces, op verzoek van nabeſtaanden; of ambtshalve, omtrent de perſonen van deszelfs onderhoorigen, wegens zinneloosheid, verregaande verkwisting, dronkenſchap, of andere buitenſporigheden.

Art. 136.

Het hof is ook bevoegd tot het aanſtellen van ſequesters en curators voer inſolvente, afgeſtane, verlatene of onberheerde boedels van deszelfs voorſchrevene onderhoorigen.

Art. 137.

Het hof moet zich reguleren naar de voorſchriften van het crimineel wetboek, van het wetboek Napoleon voor Holland ingerigt, van de beſluiten, waarbij worden vastgeſteld de punten, om bij de dadelijke invoering dier wetboeken te worden nagekomen, en naar de manier van procederen.

Art. 138.

Ten aanzien van het hooger beroep van de sententiën of dispoſitiën, gewezen of verleend in de reſpective koloniën of bezittingen van het rijk, en van de manier van procederen daarin zullende plaats hebben, gedraagt het hof zich naar de bepalingen, vervat in de publicatie van het Staatsbewind, gearresteerden den 12den van bloeimaand 1803, welke allen bij proviſie zullen blijven in volle kracht.

Art. 139.

Ten opzigte van de judicature over middelen te lande, volgt het hof de ordonnantiën daarop gemaakt of nog te maken, en oefent daarbij uit alle die regtsmagt en judiciële werkzaamheden, welke tot dus verre aan den raad ter judicature, voor zoo verre de middelen te lande betreft, zijn opgedragen geweest.

De actiën betrekkelijk de voorſchrevene middelen, zullen op eene afzonderlijke rolle gebragt worden.