Pagina:Wetboek van strafrecht Suriname.pdf/71

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

smaadschrift of smaad zou zijn gekenmerkt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden.

Dit misdrijf wordt niet vervolgd dan op klachte hetzij van een der bloedverwanten of aangehuwden van de overledene in de rechte linie of zijlinie tot de tweede graad, hetzij van zijn echtgenoot.

Artikel 331 [1]

Hij die een geschrift of afbeelding van beledigende of voor een overledene smadelijke inhoud, verspreidt, openlijk ten toon stelt of aanslaat of, om verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen te worden, in voorraad heeft, wordt, indien hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden, dat de inhoud van het geschrift of de afbeelding van zodanige aard is, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden.

Met dezelfde straf wordt gestraft hij die, met gelijke wetenschap of een gelijke reden tot vermoeden, de inhoud van een zodanig geschrift openlijk ten gehore brengt.

Indien de schuldige een van de misdrijven omschreven in dit artikel, in zijn beroep begaat en er tijdens het plegen van het misdrijf, nog geen twee jaren zijn verlopen, sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een van deze misdrijven onherroepelijk is geworden, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.

De misdrijven worden niet vervolgd dan op klachte van de in artikel 329 en het tweede lid van artikel 330 aangewezen personen, behalve in het geval dat het geschrift of de afbeelding een belediging inhoudt, gepleegd tegen een ambtenaar gedurende of terzake van de rechtmatige uitoefening zijner bediening.


TITEL XVII
SCHENDING VAN GEHEIMEN

Artikel 332

Hij die opzettelijk enig geheim, hetwelk hij, uit hoofde van zijn hetzij tegenwoordig hetzij vroeger ambt of beroep, verplicht is te bewaren, bekend maakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste zes honderd gulden.

Indien dit misdrijf tegen een bepaald persoon gepleegd is, wordt het slechts vervolgd op diens klachte.

Artikel 333 [2]

Hij die opzettelijk aangaande een onderneming van handel of nijverheid bij welke hij werkzaam is of geweest is, bijzonderheden waarvan hem geheimhouding is opgelegd, bekend maakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste zes honderd gulden.

Met dezelfde straf wordt gestraft hij die het bij artikel 135, tweede lid, van het Surinaams Wetboek van Koophandel gesteld verbod opzettelijk overtreedt.

Geen vervolging heeft plaats dan op klachte van het bestuur der onderneming.


TITEL XVIII
MISDRIJVEN TEGEN DE PERSOONLIJKE VRIJHEID

  1. Gew, bij G.B. 1939 no. 50.
  2. Gew, bij G.B. 1936 no. 115.