Pagina:Wij Slaven van Suriname - Anton de Kom.pdf/14

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

en daar aan de monding der groote rivieren, op de allervruchtbaarste alluviale gronden waait het rood, wit en blauw van de Hollandsche driekleur.

Rood —

"Kijk moeder", zegt verwonderd het kleine blanke jongetje uit het prachtige boek van Madeleine Paz "Omdat ik zwart ben" — "ziet U wel dat die negers ook rood bloed hebben?"

Wit —

De kleur van de vredesverdragen van Crommelin.

En blauw? —

De kleur van onzen tropenhemel, waarheen wij door de donkere bladeren onzer boomen opzien om in den fonkelenden glans der sterren de belofte van een nieuw leven te lezen?

Neen, dat is het diepe blauw van den Atlantischen Oceaan, waarover eenmaal de slavenhalers hun Afrikaansche buit, hun levende koopwaar, onze ouders en grootouders, naar hun nieuwe vaderland Sranang voerden.

12