Naar inhoud springen

Pagina:WilliamMorris1903KunstEnMaatschappij.djvu/101

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
 
KUNST, VERMOGEN EN RIJKDOM; LEZING OP EEN GECOMBINEERDE LETTERKUNDIGE VERGADERING VAN MANCHESTERVEREENIGINGEN GEHOUDEN IN THE ROYAL INSTITUTION, MANCHESTER, 6 MAART 1883
KUNST, VERMOGEN EN RIJKDOM; LEZING OP EEN GECOMBINEERDE LETTERKUNDIGE VERGADERING VAN MANCHESTERVEREENIGINGEN GEHOUDEN IN THE ROYAL INSTITUTION, MANCHESTER, 6 MAART 1883
 
K (decoratieve letter)
K (decoratieve letter)

unst, Vermogen en Rijkdom zijn de woorden, die ik aan het hoofd van deze lezing geschreven heb. Sommigen uwer mogen denken, dat de beide laatste woorden, vermogen en rijkdom, dezelfde beteekenis hebben, doch dit kan ik niet toegeven. Geen enkele taal heeft synoniemen in eigenlijken zin, tenzij in woorden ontleend aan een vreemde taal, en in den tijd van het eerste ontstaan onzer taal zou niemand het woord rijkdom gebruikt hebben als synoniem voor welstand. Hij verstond onder iemand, die aanspraak kon maken op welstand, iemand met een ruim inkomen en onder een rijk man iemand met groote macht over zijn medemenschen. Alexander de Rijke, Knoet de Rijke, Alfred de Rijke, deze namen zijn bekend genoeg in de vroegste letterkunde van het Noorden;

77