Naar inhoud springen

Pagina:WilliamMorris1903KunstEnMaatschappij.djvu/155

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

overblijven voor tuinen en onze steden moeten niet de velden en weiden van het platteland opslokken; ik zou zelfs wenschen, dat er ledige ruimten en onbebouwde plekken opengelaten werden, indien niet alle poezië, d.i. Kunst, uit ons midden zal verdwijnen.3. Orde en Schoonheid beteekent, dat onze huizen niet alleen flink en goed gebouwd, maar ook versierd moeten worden: dat de velden niet alleen gebruikt moeten worden voor bebouwing, maar ook dat men Ze evenmin als een tuin daardoor bederven mag: niemand zou b. v. boomen mogen omhakken voor eigen voordeel, wanneer het verlies hiervan een landschap zou bederven; ook zou men onder geen voorwendsel, wat ook, het daglicht mogen verduisteren door rook, of rivieren bevuilen of eenig plekje gronds bederven door afval en ruwe, verkwistende onordelijkheid.

De derde noodzakelijkheid is vrije tijd. Gij zult wel begrijpen, dat ik hiermede in de eerste plaats bedoel, dat alle menschen een gedeelte van den dag moeten arbeiden en in de tweede plaats dat zij beslist recht hebben op rust na dien arbeid: die vrije tijd moet voldoende zijn, om hun geest en lichaam volledige rust te geven: ieder moet tijd hebben voor ernstig nadenken, voor het laten werken zijner verbeelding, zelfs voor droomen, of de menschheid zal onvermijdelijk achteruit gaan. Zelfs van het eervolle en gepaste werk, waarover ik gesproken heb, dat hemelsbreed verschilt van den gedwongen arbeid onder het kapitalistische stelsel, mag men van iemand niet meer vergen dan zijn billijk aandeel; anders zullen de menschen zich ongelijk ontwikkelen en zal er weer een rotte plek in de samenleving zijn. Hier heb ik u dus de voorwaarden genoemd, waarOnder goede en aangename arbeid verricht kan worden: Onder geen andere voorwaarden is dit mogelijk; indien

129