Pagina:WilliamMorris1903KunstEnMaatschappij.djvu/79

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

met een kamer behangen met verschoten groen in Koningin Elisabeth's Lodge bij Chingford Hath in Epping Forest (ik zou wel eens willen weten, wat daarvan nu geworden is) en den romantischen indruk dien dit op mij maakte; een gevoel, dat steeds bij mij boven komt als ik Sir Walter Scott's Antiquary lees, wat ik dikwijls doe, en de beschrijving lees van de groene kamer in Monkbarns, waarin de schrijver op zulk een uitnemende wijze de frissche en tintelende gedichten van den dichter Chaucer ingeweven heeft; inderdaad, dat was iets meer dan behangselwerk.

Gij moet ook niet vergeten dat toen deze kunst haar hoogtepunt bereikt had, zij in Noordelijk Europa de plaats innam van de fresco-schilderingen van Italië, hoewel zij in zeker opzicht bijna een inheemsche kunst was, die uitdrukking gaf aan allerlei kinderlijke opvattingen; onder de bestaande schilderijen van de Vlaamsche school der vijftiende eeuw zijn geen ontwerpen, die in opvatting en breedte van behandeling die nabijkomen welke in geweven behangsel uitgewerkt waren en ik geloof dat sommige der beste kunstenaars van het Noorden het grootste deel van hun tijd gebruikten, om voor deze kunst ontwerpen te maken. Rogier van der Weyden van de Keulsche school is bekend, omdat hij veel op dit gebied gewerkt heeft: onder de galerij van de groote hal in Hampton Court hangt een stuk, dat ik veronderstel van hem afkomstig te zijn en dat ik in ieder geval als het schoonste beschouw dat ik ooit gezien heb. In diezelfde plaats is een geheele afdeeling geweven behangsel; de kamer aan het einde van de hal is bekleed met behangsels, die maar weinig in waarde onderdoen voor het eerstgenoemde doek en misschien van iets later datum zijn, doch helaas zien zij er anders uit, daar zij voor een groot deel bedekt zijn met het

57