Pagina:WilliamMorris1903KunstEnMaatschappij.djvu/82

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

hoe rood te verven door cochenille met tin te vermengen, waarbij hij de oude verfstof, kermes, bijna geheel als handelsmerk verdrong. Vervolgens werd er in de laatste jaren der achttiende eeuw een waardelooze blauwe verfstof uitgevonden (die ik niet noemen zal, om verwarring in deze korte schets te voorkomen). Ongeveer in denzelfden tijd werd een tamelijk kostbare gele kleurstof (vervaardigd uit eikenbast) ingevoerd uit Amerika. Toen begon in 1810 de scheikunde, die in dit tijdvak eenigen vasten grond had verkregen, zich bezig te houden met de kunst van verven en ontdekte hoe te verven met Pruisisch blauw, een tint, die als kleurstof ongeveer tachtig jaren daarvoor ontdekt was. Deze ontdekking deed naar mijn meening meer kwaad dan goed, maar was zeker van gewicht, daar er vóór dien tijd slechts één verfstof was, in staat een blauwe kleur te geven, die een week lang helder daglicht kon verdragen, nl. indigo, hetzij verkregen van tropische of semi-tropische planten of van onze noordelijke plant weede.

Deze nieuwigheden nu, die nog maar zeer gering in aantal zijn, maken het eenige verschil uit tusschen het verven onder Ramses den Groote en onder Koningin Victoria tot op ongeveer twintig jaren geleden; omstreeks dien tijd werd een reeks van de merkwaardigste ontdekkingen gedaan door de scheikundigen, ontdekkingen die alle eer bewezen aan hun kunde, geduld en vaardigheid op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en die uit een handelsoogpunt bezien, van het grootste belang zijn geweest, want zij hebben een omwenteling teweeggebracht in de kunst van verven. De verfstoffen, ontdekt door het onvermoeid genie der wetenschappelijke scheikundigen en waarvan iedereen gehoord heeft onder den naam van aniline, en die gewonnen

60