vvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvvv
ZAND EN DUINEN.
Weest gegroet!
Sints ik dartelde op uw kruinen
Min ik u met vol gemoed.
Langs het strand,
Blinkt gij me als een bolwerk tegen
Van mijn dierbaar vaderland.
Eeuwen lang
Dreigen zee en stormwindvlagen
Vruchtloos u met ondergang.
Bleef uw zand,
Om ook hier gestâag te spreken
Van een trouwe Vaderhand.
Weest gegroet –
Wekt steeds op uw blanke kruinen
Die gedachte in ons gemoed!
Zoo spreekt een onzer vaderlandsche poëten, de heer S.J. van den Bergh, en zeer teregt brengt hij een groet aan onze duinen, onze natuurlijke borstwering tegen de zee. Maar het is niet genoeg die duinen te groeten, al doen wij dat ook in verzen; het past ons als bewoners van een land dat zoo afhankelijk is van de duinen, het past ons als beschaafde menschen iets meer dan een groet voor de duinen over te hebben. Zij verdienen onze aandacht in groote mate. Het is wel de moeite waard de duinen eens opmerkzaam te beschouwen; het is geen onvruchtbaar werk eens de aandacht te wijden aan een gedeelte van onzen nederlandschen bodem, een gedeelte dat zoowel uit een aardkundig als uit een staathuishoudkundig, uit een aesthetisch als uit een natuurkundig oogpunt zoo belangrijk is. Het is geen onvruchtbare studie eens een blik te slaan op de groote reeks van zandheuvelen die onze kust der Noordzee bedekt, van Cadzand in Zeeuwsch Vlaanderen tot het eiland Borkum. En die duinenreeks onzer kust, hoe belangrijk ook, is slechts een gedeelte van een veel grootere duinenrij, een duinenrij die in het zuiden van Frankrijk begint, om onafgebroken voort te loopen tot het noorden van Jutland. Onafgebroken, zeiden wij, en in het vervolg van dit boekje zal het blijken dat de schijnbare afbrekingen van de duinketen op de westkust van Europa, de zeegaten en stroomen tusschen de eilanden langs de kust, eigenlijk geen afbrekingen der duinenreeks zijn—de duinen liggen op die plaatsen onder water en heeten zandbanken. Lezer, willen wij eens wat praten over de duinen; willen wij eens nagaan wat duinen zijn en hoe zij ontstaan. Willen wij eens zien wat er op de duinen groeit en wat er op moest groeijen; willen wij eens zien of