Naar inhoud springen

Pagina:Winkler-Zand en duinen (1865).djvu/53

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
41
BOSSCHEN OP DE DUINEN.

met een plantendek bekleed en zijn blijvende. Men heeft het vermoeden geopperd dat de oude bewoners van Gallie op kunstmatige wijze de duinen beplant en dus vast gelegd hebben, en Laval, zijne berekening grondende op de mate van beweging in het jaar die er in de verstuivende duinen plaats heeft, wil dat in de vijfde eeuw van onze jaartelling die beplanting nagelaten is. Doch er is geen enkel historisch blijk dat de Gallen met kunstmatige methoden om het zand der kust vast te leggen, bekend waren, en ook is er weinig grond om te vooronderstellen dat zij ver genoeg in beschaving gevorderd waren om zulke dingen gemeenschappelijk te ondernemen, vooral in een tijdvak toen het land slechts eene geringe waarde had.

In andere landen zijn voorbeelden van duinen die door de natuur met bosschen bedekt zijn geworden, en de snelheid, waarmede de oppervlakte der duinen bedekt wordt met verschillende soorten van zandplanten en eindelijk met boomen, op plaatsen waar de mensch, het vee en gravende knaagdieren van de duinen geweerd worden, maakt het hoogst waarschijnlijk dat de duinen in den regel zich zelven zouden beschermen en vastleggen, indien zij slechts ongestoord aan den invloed der natuur werden overgelaten. De zandheuvels van de nering van het Friesche Haf op de pruisische kust waren voorheen tot aan het water met bosch begroeid, en het was eerst in de vorige eeuw dat men een roekelooze hand sloeg aan die bosschen, en sedert dien tijd werden de duinen van die nering verstuivende zandheuvelen. Er is alle reden om te vooronderstellen, dat