Naar inhoud springen

Pagina:Winkler-Zand en duinen (1865).djvu/63

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
51
BOOMEN OP DE DUINEN.

het grootste geldelijke voordeel oplevert, is de zeeden, Pinus maritima, een boom zoowel geacht wegens het timmerhout als wegens de harsachtige producten die hij oplevert. Hij wordt daar altijd gezaaid, en de jonge plantjes moeten gedurende eenigen tijd beschermd worden door takken van andere boomen op rijen geplaatst of over de oppervlakte verspreid en vastgestoken. Ook de helm die tusschen de jonge boompjes opschiet, beschermt hen. Het strand zelve waarvan het duinzand afkomstig is, wordt met helm beplant omdat de zeeden zoo digt bij de zee niet wel groeit. De schaduw en beschutting die de getakte kroon van den zeeden verschaft, zijn gunstig voor het opslaan van andere boomsoorten, en zelfs terwijl de zeeden nog jong is, slaan er onder hem reeds vele soorten van kleine planten en heesters op, en dezen dragen snel bij tot de vorming van teelaarde, en dus, als de zeeden eenmaal wortel gevat heeft, is men zeker dat het duin nooit weder een zandwoestijn zal worden.

In Denemarken, waar het klimaat natuurlijk veel kouder is, heeft men bij ondervinding dat berken en grove dennen en andere in het noorden groeijende boomen beter aan het beoogde doel beantwoorden dan de zeeden. Ook in onze duinen schijnt de zeeden niet wel te zullen slagen. Zelfs het zaaijen van andere dennen is aan veel mislukking onderhevig, en dat is dan ook de reden waarom men thans met jonge planten van den groven den, Pinus sylvestris, met de kluit uit den overijsselschen grond genomen, proeven neemt.