Naar inhoud springen

Pagina:WitteHeinrich1890 In en om Valkenburg.djvu/128

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
116
GULPEN.

zijhek, en hebben alvast gelegenheid om het fraaie en goed onderhouden opene gedeelte van het park te bewonderen.

We gaan dit hek een eindweegs langs en komen zoo weldra aan den hoofdingang, toegang gevende tot het binnenplein, dat aan de ééne zijde door stallen, aan de andere (linker-) zijde door woonhuizen van het dienstpersoneel begrensd wordt. Rechtuit ligt het monumentale gebouw, door Craandijk niet geheel ten onrechte een vorstelijk slot genoemd[1]. Hoewel Neuborg "oud en edel" is, ziet het er thans toch heel anders uit dan oudstijds; immers het werd in de tweede helft der vorige eeuw (1775) aanmerkelijk vergroot en verbouwd, en wel door den graaf van Plettenberg, Heer van Wittem, terwijl het thans eigendom is van den graaf de Marchandt d'Ansembourg.

Het schijnt tegenwoordig door den eigenaar evenmin bewoond te worden als toen Craandijk het in 1883 bezocht, terwijl een rentmeester er den scepter zwaait. Tot dezen heeft men zich dus te wenden, zoo men het park wenscht te bezoeken. Om hem te spreken ga men op zijn bureau, hetwelk men vindt ter linkerzijde van den hoofdingang, waar dit door het woord "Rentmeesterij" is aangeduid.

Wij durven niet te zeggen dat dit verzoek altijd met dezelfde bereidwilligheid zal of liever kan worden toegestaan, maar we raden een poging ertoe ten zeerste aan.

  1. Die belang stellen in de historische bijzonderheden, betrekking hebbende op de in Limburg voorkomende kasteelen, verwijzen wij naar Craandijk's Wandelingen door Nederland, het deeltje aan deze provincie gewijd.