Naar inhoud springen

Pagina:WitteHeinrich1890 In en om Valkenburg.djvu/129

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
117
GULPEN.

Gelukt deze, waartoe wij reden hebben te gelooven dat veel kans is, dan ga men van het voorplein linksom, de brug over, en sta men even stil om den aanleg te overzien in de richting van den weg dien men straks afkwam; vervolgens sla men rechtsom op het bosch af, en dan komt men spoedig op een tweede brug over de Gulp, van welke men een zeer fraai gezicht heeft op een breeden, hoewel niet hoogen waterval.

Wij bepalen ons hier tot een eenvoudige mededeeling, maar kunnen toch niet nalaten er bij te voegen, dat de verschillende gezichtspunten in dit uitgestrekte, uitmuntend onderhouden park overheerlijk zijn.

Vlak over de brug, in het niet breede bosch, dat hier het park begrenst, staat, op een dicht beschaduwde, lieve plek, een bank, die dus gelegenheid biedt om even uit te rusten.

Vervolgens zet men zijn wandeling rechtsafgaande voort, tot men eindelijk dicht bij een open prieel een uitgang vindt.

Wil men het park niet doorwandelen of wordt dit onverhoopt niet toegestaan, dan wandele men het om, teneinde den weg te bereiken, die er aan de Zuid-Oostzijde langs loopt.

Dezen gevonden hebbende, en men vindt hem, het park langs gaande, vanzelf, gaat men rechtsaf langs den voet van den allerwege beteelden berg, en men bereikt na een kort poosje het gehucht Pesaeken, dat men langs gaat, zonder zich er mee te bemoeien, doorwandelende tot men op een punt komt, waar onze weg door een breederen rechthoekig gesneden wordt.

We gaan nu rechtsaf en passeeren spoedig een