Pagina:WitteHeinrich1890 In en om Valkenburg.djvu/53

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
41
GENHEEK EN HEIHOF.

waar het bouwland begint, dit even in, waartoe we wel een wegje zullen vinden. 't Is wel een kort oponthoud waard.

We zetten nu onze wandeling langs den genoegzaam vlakken (aanvankelijk nog slechts flauw rijzenden) weg voort, slaan, wat verder gekomen, rechts om (links zouden we in een schuine richting terug gaan) en weinige schreden weder links om [1], en wandelen daarna, tusschen de bouwlanden door, rechtuit tot aan een viersprong, door een kleine kapel (een eenvoudig kruisje) aangeduid.

Bij dit punt gekomen, slaan we links om en snijden nu weldra den breeden weg naar Nuth, dien we straks gezien hebben.

De wandeling op dit hooge bergvlak (± 130 M. boven A.P.) is, tegen den avond, b.v. een uur voor zonsondergang, onuitsprekelijk aangenaam en verkwikkend, terwijl men, tot aan de kapel, ter linker zijde steeds een uitgestrekt vergezicht heeft.

Na den breeden rijweg dwars over gegaan te zijn, wandelen we nog een klein eindweegs rechtuit, om weldra een rijweg ter linkerzijde (tegenover een voetpad) in te slaan. Recht vóór ons uit liggen enkele huizen tusschen dichte geboomte verscholen; het is 't gehucht Klein Genhout.

Hier vormt onze weg een paar krommingen; we slaan vervolgens dien recht vóór ons weer in, zijn weldra weer op de vlakte, en zien nu de uitge-

  1. Alvorens den weg links af te gaan, kan men hier, een paar passen rechtuit gaande, aan een der ingangen komen van het bosch, behoorende bij de straks genoemde buitenplaats. Het schijnt dat de wandeling daarin geoorloofd is; zeker zal men er, wanneer men daar behoefte aan gevoelt, wel een poosje van de frissche lucht kunnen genieten.