Naar inhoud springen

Pagina:WitteHeinrich1890 In en om Valkenburg.djvu/77

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
65
GEULEM.

zelfden weg op, dien we afkwamen na ons bezoek aan de Grot.

Het eerste, berijdbare gedeelte van dezen weg heet de Plenkert, verderop wordt het slechts een voetpad.

Tot aan het "Melkhuis" kennen we dien reeds, en we herkennen, vlak daartegenover, dan ook terstond het smalle paadje, dat we zijn afgekomen, toen we aan de Reuzentrap de Grot verlieten.

Naarmate we verder komen, krijgt het dal een romantischer karakter.

Aan onze linkerzijde is de weg voortdurend begrensd door meestal steile, deels begroeide of half met heesters bedekte rotsen, rechts boomgaarden en bouwlanden, tot we aan een blinden muur komen, waarachter eenige gebouwen staan. Hier was vroeger een kruitmolen, later een papierfabriek; sedert een paar jaren werd er, door een Duitsche Maatschappij, een groote bierbrouwerij gebouwd.

Men ontmoet langs dezen weg herhaaldelijk openingen in den berg; wij zagen er reeds een paar, maar bij die welke later volgen beteekenen ze niet veel. Tegenover die fabriek zien we hoe die oude openingen gebruikt worden voor bergplaatsen.

Een weinig verder ligt een vrij breede rijweg, met een bocht naar boven gaande; als we dien even opgaan, blijkt ons reeds onmiddellijk bij de kromming, dat hij naar een nog in gebruik zijnden ingang van den berg voert. We staren even in dat donkere hol, maar daar we natuurlijk niets zien, keeren we weer spoedig op onze schreden terug.

Dat vele van die ingangen, na langen tijd gediend te hebben, eindelijk verlaten werden, is licht te begrijpen, daar de afstanden ten laatste te groot wor-