Naar inhoud springen

Pagina:WitteHeinrich1890 In en om Valkenburg.djvu/81

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
69
GEULEM.

of meer dicht begroeide, soms zeer steile rotswanden. Juist op de plek waar wij ons thans bevinden zien we daarin, eenige meters boven het voetpad een opening, maar die men daar met een schuin oploopenden weg gemakkelijk kan bereiken. Bij nadere kennismaking blijkt het alweer een verlaten groeve te zijn.

De bergzijde blijft voortdurend indrukwekkend. Juist aan den hoek van den Vogelenzangweg, een dier zijdelingsche valleien, is weer een groote spelonk, die, vooral op deze plek, een zeer grootsch effect maakt. Deze vallei heeft een zeer breeden ingang en vormt, met die groote, donkere rotsopening, een fraai tableau. Ook het gezicht in de vallei, wanneer men er vóór staat, is, met de fraaie bergen tot achtergrond, zeer schilderachtig.

Onmogelijk is het al de fraaie gezichtspunten, die we op dezen korten weg ontmoeten, in herinnering te brengen; onophoudelijk toch wisselt het één het ander af, en bij herhaling doet de Natuur zich hier nú zoo grootsch, dán zoo idyllisch voor, dat men eindigt met zwijgend te bewonderen, wijl men geen woorden kan vinden, krachtig genoeg om zijn opgetogenheid uit te drukken.

We naderen het dorp Geulem, en staan plotseling verwonderd stil bij een der eigenaardigste bijzonderheden dezer streek, de rotswoningen namelijk.

Reeds meer dan eens merkten wij rotsopeningen op, die zich vrij hoog boven den grond bevinden. Ook hier is dit het geval. Vlak daaronder nu zijn holen, die òf vroeger in doorloopende onderaardsche gangen uithepen, òf, 't geen mij waarschijnlijk voorkomt, later meer bepaald voor het tegenwoordig doel in de rots uitgehouwen zijn.