Pagina:WitteHeinrichFlora1868.djvu/230

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

140

Wanneer de heester goed in bloei staat ontwikkelen zich tevens met kracht de jonge takken, met bladeren die aan den rand zeer fijne zaagtandjes vertoonen, en waarin aanvankelijk het purper en 't groen als 't ware strijd voeren wie de overhand hebben zal. Kort na de eerste ontwikkeling behaalt de roode kleur ook in de bladeren de overwinning, want niet alleen de randen zijn dan donkerrood gekleurd, maar deze kleur verspreidt zich ook, somtijds plaatselijk, somtijds door de geheele bladvakte. Weldra echter herneemt het groen zijn regt, en het rood verdwijnt tegen dat de bladeren hunne volle ontwikkeling bereikt hebben.

Nadat, in 't jaar 1830, ook de verscheidenheid met zacht rose of zoogenaamde witte bloemen, en later, in 1844, eene andere, eveneens met roode bloemen, maar welker vruchten eene afwijking van den gewonen vorm vertoonen, (Cydonia japonica umbilicata) in het etablissement van Von Siebold & Co. te Leiden, direct uit Japan waren ingevoerd, is men er in geslaagd, om, door kunstmatige bevruchting, een aantal verscheidenheden of liever hybriden te winnen, die zich door de verschillende tinten der bloemen onderscheiden. In eenen kortelings verschenen Catalogus van de Gebrs. Simon-Louis te Metz, die zich zoowel om den rijkdom der daarin aangevoerde soorten als om de zuiverheid der namen en synoniemen zeer aanbeveelt, werden onder den naam Chæmomeles japonica—het blijkt dus dat ik niet zonder bedoeling den lezer met die verschillende namen in kennis breng—niet minder dan 40 variëteiten van dezen heester opgesomd.

De Japansche Kwee—onverschillig welke verscheidenheid, daar ze alle volmaakt tegen onze winterkoude bestand zijn—is voor verschillende doeleinden bruikbaar. Als alleenstaande heester maakt hij in 't voorjaar een zeer goed effect; ter bekleeding van niet al te hooge muren of schuttingen, bij voorkeur tegenover het Zuiden, daar hij dan nóg vroeger bloeit, is hij hoogst aanbevelenswaardig; maar ook voor lage scheidingheggen is het een der uitnemendste heesters. Slechts weinige jaren geleden heb ik zelf, op aanbeveling van een liefhebber, uit zeer jonge in potten gekweekte planten zulk eene heg zamengesteld; die is nu drie voet hoog, en kon hooger zijn, volkomen ondoordringbaar en hult zich in 't voorjaar in een allerprachtigst rood gewaad. Plantte men op die wijze eenige verschillende variëteiten door elkander, het effect zou nog schooner zijn.

De vermenigvuldiging gaat zeer gemakkelijk door worteluitloopers en ook door stekken. Ook de zaden kunnen natuurlijk tot dat einde dienen; ongelukkigerwijze bekomt men die hier te lande echter slechts zeer weinig, wat ongetwijfeld daaraan moet toegeschreven worden, dat, al moge de temperatuur in April hier hoog genoeg zijn voor de volkomene ontwikkeling der bloemen, die echter voor de bevruchting ontoereikend is. De vrucht is geurig en wordt daarom—zegt de Heer Simon-Louis—in Frankrijk door sommigen in de kamers of kasten gelegd, om de lucht daarin als te parfumeeren. Ook ter confijting moeten ze zeer geschikt zijn.

Dit zijn echter hoedanigheden, waarvan wij 't aan hen, die door een milder klimaat begunstigd worden, moeten overlaten te profiteeren. Wij vergenoegen ons met den rijken bloei en zijn daarmede reeds dubbel tevreden.