Pagina:WitteHeinrichFlora1868.djvu/260

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

160

inzonderheid wijl men door kruising van deze soort met de R. sanguineum eene hybride gewonnen heeft, als Gordon's A. (R. Gordoni) bekend, die in hare bloemen zeer duidelijk het karakter der beide ouders draagt, van wie ze afkomstig is. Ze zijn namelijk bloedrood van buiten, zoodat men, de nog ongeopende knoppen, en dus alleen de groote, digt geslotene kelkbladeren ziende, zou meenen dat de bloemen rood zullen worden, even als die van de R. sanguineum. Zijn ze echter open, dan vertoonen ze zich als fraai gele sterren met roode puntjes; de van buiten roode kelkbladeren zijn namelijk van binnen geel. Vormen echter de beide eerstgenoemde digte, goed geslotene struiken, deze daarentegen heeft eene ijlere groeiwijze en laat zich niet zoo goed tot een fraaijen heester vormen. Om de heerlijke bloemen verdient ze echter alle waardeering.

Behalve als alleenstaande heester kan de R. sanguineum ook tegen lage schuttingen of muren, die tegenover het Zuiden staan, uitgeleid worden, en levert dan in April een zeer fraai gezigt op. Deze groeiwijze is echter niet hare natuurlijke, en daar er genoeg heesters zijn, waarmee zulks wèl 't geval is, behoeft men daartoe tot deze eigenlijk zijne toevlugt niet te nemen.

Vruchten geven ze zeldzaam; de vermenigvuldiging geschiedt echter gemakkelijk en spoedig door stekken. Veel snoeijen is niet noodig, alleen zóóveel, als voor de vorming van den heester noodig is, is voldoende, hetwelk men bij voorkeur in het voorjaar, doch eerst na, en wel onmiddellijk na den bloei doet. Het verplanten geschiedt, met het oog op den vroegen bloei, best in het najaar; anders zeer vroeg in het voorjaar.