Naar inhoud springen

Pagina:WitteHeinrichFlora1868.djvu/314

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

196

Terwijl de eerste van Junij tot in Julij bloeit, bloeit de laatste van Julij tot in Augustus, dus ruim een halve maand later.

De kultuur van beide komt geheel overeen en levert geenerlei moeijelijkheid op. Ze beminnen een luchtigen, zandigen, maar tevens vruchtbaren grond en eene opene en zonnige standplaats. Men plant de bollen in de maand October, en dekt ze een weinig tegen al te strenge vorst.

Voor liefhebbers is het niet ondoelmatig ze 3 à 4 jaren rustig te laten staan, waardoor men sterke bossen verkrijgt, die rijk bloeijen. Van tijd tot tijd dienen ze echter opgenomen te worden, omdat anders de grond te zwak wordt. Zij, wier hoofddoel vermenigvuldiging dezer planten is, nemen de bollen jaarlijks in Augustus, als ze afgestorven zijn, op, splitsen ze dan en planten ze op nieuw in October.

Als alleenstaande planten, d.w.z. altijd ten getale van vier of vijf bij elkaâr, zijn ze zeker zeer fraai, maar het heerlijkst vertoonen ze zich, als men een bed of rabat er mede vol geplant heeft, wanneer, tijdens den bloei, de verscheidenheid der kleuren een waarlijk verrassend schouwspel oplevert, 't Is echter niet raadzaam de beide genoemde soorten dooreen te planten, maar wel van elke soort zooveel verscheidenheden als de gelegenheid toelaat.