Pagina:WitteHeinrichFlora1868.djvu/350

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

220

waarbinnen zich een tiental meeldraden en drie stijlen bevinden. De meeldraden hebben een bijzonder voorkomen, daar ze niet, gelijk in de meeste gevallen, dun en draadvormig zijn, maar breed en plat en aan den top in drie tanden of puntjes eindigen, op het middelste van welke het helmknopje bevestigd is. Dat er van deze plant variëteiten met gevulde bloemen bestaan, kan ons dus niet zeer verwonderen, daar toch de meeldraden, reeds uit hunnen normalen toestand, een min of meer bladachtig voorkomen hebben.

Hoewel de D. crenata een heester is, kan men die toch zonder veel moeite tot kleine kroonboompjes opkweeken, die vooral tijdens den bloei, en dat geldt inzonderheid voor de variëteit met rose bloemen, een allerliefst voorkomen hebben. Met dit al is deze groeiwijze niet hare natuurlijke, 't welk blijkt uit de talrijke spruiten die zich gestadig nabij den grond uit dat stammetje ontwikkelen. Men behoeft echter tot deze meer kunstmatige kweekwijze zijne toevlugt niet te nemen om genot van dezen sierlijken heester te hebben, daar hij, bossig ontwikkeld, niet minder rijk bloeit, en eveneens een zeer fraai effect maakt.

De dubbeld witte, hoewel niet zóó fraai, verdient toch zeer in aanmerking te komen.

Wat grond, ja wat standplaats betreft, zijn deze planten alles behalve keurig, zoodat men ze plaatsen kan ook dáár, waar vele andere heesters het niet houden kunnen, hetwelk echter niet wegneemt dat ze op eene lichte en luchtige plaats veel rijker bloeijen, dan wanneer ze tusschen en onder andere boomen staan. De vermenigvuldiging gaat zeer gemakkelijk en spoedig door middel van stekken. Hoewel men wil dat ze op sommige plaatsen in Duitschland 's winters gedekt moeten worden, zijn ze bij ons te lande tegen de strengste winterkoude volkomen bestand gebleken.