Pagina:WitteHeinrichFlora1868.djvu/42

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

14

gerand latende, is het volstrekt niet gewaagd te beweren dat de Kamperfoelie eene der meest geliefde bloemen is door menschen van allerlei stand en van zeer verschillende ontwikkeling.

De gewone tuin-Kamperfoelie (Lonicera Caprifolium) komt zeer na overeen met de eenige in ons land wild groeijende soort, n.l. de L. Periclymenum.

Hij, die er vermaak in schept om 's zomers in onze duinen rond te dwalen, wordt niet zelden, wanneer hij zich in de nabijheid van een dier boschjes bevind, welke in de vochtige duinpannen, zich, te midden van het barre zand, als liefelijke oasen voordoen, aangenaam verrast door den zachten geur, die de nabijheid der wilde Kamperfoelie verraadt, en tien tegen een dat hij door het kreupelhout dringt, om er een paar bloemen af te plukken.—

De Lonicera brachypoda kan met regt de Japansche Kamperfoelie genoemd worden; immers, zij groeit, volgens v. Siebold, „in Japan overal in 't wild, van het zeestrand tot op de hoogste gebergten," en wordt, even als de tuin-Kamperfoelie bij ons, door de inwoners zeer algemeen als sier- en artsenijplant aangekweekt.

De hier afgebeelde is eene verscheidenheid van de gewone Japansche soort, welke zich daardoor onderscheidt, dat de nerven en aderen helder geel zijn en scherp op de overigens groene bladvlakte uitkomen; van daar dat ze dan ook nader aangeduid word: door de varieteits-benaming reticulata of de netvormig geaderde.

De groene L. brachypoda, hoewel ook eene fraaije plant, die, om hare welriekende bloemen wel verdient in aanmerking te komen, is echter niet algemeen bekend en zeer weinig verspreid, ofschoon ze toch reeds in 1845 uit Japan hier te lande ingevoerd is.

In het Annuaire de la Société royale pour l'encouragement de l'horticulture dans les Pays-Bas, het jaarboek eener Maatschappij, welke zich aanvankelijk ernstig het invoeren van nieuwe planten uit onze Indische Bezittingen en uit Japan ten doel stelde, wordt op bladz. 77 de „editie" (zijnde de geheele ter kweekerij aanwezige voorraad planten, ten getale van 40) van déze soort aan de leden der Maatschappij, kweekers van beroep, aangeboden voor ƒ 350. Een paar bladzijden vroeger wordt zij als L. brachypoda repens beschreven, welke beschrijving van eene goede afbeelding vergezeld gaat.

Deze plant, ofschoon ingevoerd gelijktijdig met de meer bekende Sparaea pruifolia—door v. Siebold in Japan verzameld, werden ze door dien reiziger naar Buitenzorg gezonden, van waar ze later door hem naar Nederland ontboden werden—heeft echter op verre na niet in zoodanige mate de algemeene opmerkzaamheid getrokken als de laatstgenoemde, die weldra door genoemde Maatschappij voor de ronde som van duizend gulden aan den heer van Houtte te Gent verkocht werd, en niet lang daarna allerwege in de tuinen gevonden kon worden.—De Japansche Kamperfoelie, hoe sierlijk een heester overigens ook, won het evenwel in dit opzigt niet van de bij ons algemeen voorkomende soorten; ze beleefde dus hier niet veel roems, en zou misschien nimmer verder bekend geworden zijn dan in enkele wetenschappelijke inrigtingen, ware het niet dat, kort geleden, de hier bedoelde verscheidenheid haren naam heinde en ver in Europa deed bekend worden.

Tijdens zijn tweede verblijf in Japan zond de heer v. Siebold meermalen aldaar door hem verzamelde planten aan zijn etablissement te Leiden toe. Zoo kwamen er ook, in October