Pagina:WitteHeinrichWandelBennekom1902.djvu/105

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
78
NAAR WAGENINGEN.

gaande, het bekende en in den zomer zeer gezochte hôtel bereikt.

Van het hôtel uit kan men op en over den Heimerberg of Grebbeberg verscheidene wandelingen maken; wij bepalen ons slechts tot één, immers we beschouwen dit als toegift, daar wij ons tot de omstreken van Bennekom hebben te bepalen, wijl anders dit boekje te grooten omvang zou verkrijgen.

Wij wandelen dan bij voorkeur den grooten weg op, die, linksom buigende, vrij sterk klimt, tot waar hij weer vlak wordt. Daar zien we spoedig, een veel bewandeld pad ter linkerzijde, hetwelk wij volgen en dat ons weldra, rechtsaf, bij de bekende Koningstafel brengt, welke steenen tafel van oud historischen oorsprong is, terwijl omtrent die historie de meeningen vrij wel verschillen.

Maar waaromtrent die zeker niet zullen verschillen, is het prachtige uitzicht, 't welk men van dit hooge punt heeft; in zijn algemeen karakter wel is waar hetzelfde als van den Wageningschen berg, maar toch, wat de bijzonderheden betreft, weer heel anders.

Gaan we, nu we dit mooiste punt kennen, het heuveltje waarop die steenen tafel staat weer af, dan slaan we niet het pad in waar we uit kwamen, maar nemen dat hetwelk genoegzaam recht vóór ons ligt. Een weinig verder loopt dit over het plateau, midden over een vrij uitgestrekt bouwland, aan het einde waarvan wij rechts omslaan, om, na weinige schreden, linksaf door een smallen hollen weg den berg af te dalen. Dit is een steil en zeer geaccidenteerd pad, een echt bandietenpad, in die mate, dat men het later levendig in herinnering zal houden.

We komen nu uit tegenover het hôtel op de belom-