Pagina:WitteHeinrichWandelBennekom1902.djvu/47

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
26
DE GINKELSCHE WEG, DE TELEFOONWEG, DE BUURTHEI.

Komen we nu op de vlakte, dan zien we, links, een spoorwegwachtershuisje. Daar loopt de Ginkelsche weg heen en gaat over den spoorweg naar de hei.

Dit is echter nu ons plan niet. 't Zou ons ook te ver van huis voeren. Wy slaan daarom, nu we het verste punt van ons tegenwoordig doel bereikt hebben, onmiddellijk rechtsom, om langs een heel anderen weg huiswaarts te keeren.

Dit is aanvankelijk de telefoonweg, herkenbaar aan de daar langs geplaatste palen.

Deze weg, die een paar jaren geleden nog bijna onbegaanbaar was, is thans, dank zij de zorg der Vereeniging ter bevordering van Vreemdelingenverkeer, die er een goed wandelpad liet maken, gemakkelijk te begaan.

Wij volgen dien, met de dennenbosschen rechts en de uitgestrekte, kale heide links, naar boven, bij voorkeur niet omziende, vóór dat we het hoogste punt bereikt hebben, waar een bank staat. Het gezicht over de heide is zeer uitgestrekt, maar levert niet veel details op, wat toch niet belet dat het op zich zelf zeer fraai is.

Een weinig verder slaan we den hoek om, altijd de telefoonpalen volgende. Na een poos zien we een wandelpad links in rechte richting over de hei loopen. Dit komt bij de Pembroekbank uit, die we op onze volgende wandeling willen bezoeken.

Wij gaan nu rechtuit, oplettende dat we het volgende,

    rechts een lang, recht pad afgaan, bij het jachthuisje van den heer Wurfbain, aan wien deze bosschen toebehooren. Van dit hoogste punt heeft men aan den anderen kant, door een opening (een weg als men wil) een mooi vergezicht. Gaat men dien rechtschen weg af, dan komt men uit op het in de vorige noot bedoelde boschpad, slaat linksom en vervolgt het op de daar vermelde wijze.