Naar inhoud springen

Pagina:WitteHeinrichWandelBennekom1902.djvu/57

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
34
SELTERSKAMP EN DE PEMBROEKBANK.

zijde verscheidene wandelwegen over dit mede hooger liggende terrein bevinden.

Zijn we deze laan ten einde, dan komen we, door een der toegangen tot Midden-Eng (waarover nader), schuins over Zuider-Eng, op den Arnhemschen grintweg.

Zuider-Eng, toebehoorende aan Jhr. Quarles van Ufford, is een niet zeer uitgestrekt landgoed, eigenlijk meer een groote buitenplaats, die rondom door draadwerk afgesloten en niet voor vrije wandeling toegankelijk is.

We gaan den Arnhemschen weg, die juist hier een bocht maakt, langs Midden- en Zuider-Eng af, en zien nu het vriendelijke pension het Groenewoud op korten afstand recht vóór ons uit.

—Een goede gelegenheid, zegt de een en ander, om na zoo'n stevige, warme wandeling zich met een frisch glas bier in de lokkende schaduw der Lindeboomen te verkwikken, ten einde niet te verhit thuis te komen.

Daar kan wel wat van aan zijn.