Pagina:WitteHeinrichWandelBennekom1902.djvu/98

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
71
RENKUM, ORANJE-NASSAU'S-OORD.

beelding toe noodig, om zich weer daar heen verplaatst te denken.

Wanneer men, op een steilen afgang na, beneden gekomen is, ziet men een pad vóór zich dat weer naar boven gaat. Dit kan men volgen; men gaat dan om een hoek van Belmonte heen, en komt weer op een heel ander uitzichtspunt, maar het gezicht is daar niet volkomen vrij meer. Vroeger zal het veel fraaier geweest zijn. Afdalende komt men dan boven aan den Hollen weg uit.

Deze holle weg is echter te schilderachtig om hem niet geheel te willen zien; daarom gaat men liever dit pad niet op maar blijft men naar beneden gaan, waar men dan op een onderlangschen rijweg uitkomt, vlak bij het dijkje naar het Lexkensveer.

Gaat men dit dijkje een eind op, dan heeft men rugwaarts een zeer mooi gezicht op den berg met den huize Belmonte.

Deze weg onder langs den berg is voor voertuigen veel gemakkelijker, omdat hij niet naar boven loopt, en aan de andere zijde van den berg weer op den straatweg uitkomt.

In den winter of in 't voorjaar is hij echter van het Lexkensveer af in de richting naar Renkum gedeeltelijk overstroomd en dus onbruikbaar. Tot het Lexkensveer blijft hij echter droog.

Op weinige schreden van het veerdijkje ziet men een breeden weg naar boven gaan. Het is de bekende Holle weg, die aan beide zijden door hooge begroeide bergwanden begrensd, rechts op den straatweg uitkomt. Hij is bekend als een der schilderachtigste wegen in ons land.

Komt men hem uit, juist daar, waar vroeger het tolhek stond (het huis staat er nog) dan gaat men den straatweg dwars over en het pad op, dat recht tegenover