Pagina:WitteHeinrichWandelBennekom1902.djvu/99

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
72
WAGENINGSCHE BERG, KEIJENBERG.

den Hollen weg in rechte richting tusschen de bouwlanden door op Bennekom aan loopt, zoodat men van hier het dorp in drie kwartier bereikt[1].

Aanvankelijk is die weg vlak en ter linkerzijde is het uitzicht door akkermaalshout belet. Maar aan het einde daarvan begint de flauwe Noordelijke berghelling, en men blijft daar onwillekeurig even stilstaan, want het panorama dat men hier recht vóór zich heeft is inderdaad een groote verrassing.

Men houdt dit den berg afwandelende, gestadig vóór zich, tot men eindelijk op den tramweg, dicht bij de nieuwe Wageningsche begraafplaats, uitkomt. Rechtuit bereikt men nu na een poos den grintweg en daarna het dorp.

Als men zich niet noodeloos ophoudt, kan men deze wandeling in drie uren doen. Maar wil men er den dag aan geven—en het is genoeg voor een dag—dan wandelt men in den voormiddag op zijn gemak naar Nol in 't Bosch, en neemt daar dan een halfuur meer voor, om over den Keijenberg te gaan. In dit geval gaat men den Arnhemschen grintweg niet alleen op maar bij Ooster-Eng ook weer af, rechtuit tusschen de steenen palen ter weerszijden van den weg, die aanduiden dat dit landgoed hier begint, door, tot men, na over een tweetal bruggen over beken gegaan te zijn, ter rechterzijde aan den dicht beschaduwden weg komt, die naar en langs het heerenhuis loopt. Dezen weg vol-

  1. Een zeer mooie wandeling kan men maken langs den rand van den Hollen weg in de richting naar Wageningen. Boven nabij den straatweg gaat men dan linksaf, of liever linksom, en komt men wat verder op den straatweg uit. Het gezicht van den hoogen bergrand blijft boeiend vanzelf.